Wetenschappers: vaker thuiswerken verhoogt risico op technostress

Werkgevers zouden volgens experts beter moeten nadenken over het risico op technostress als meer werknemers straks vaker thuis werken.

Veel werknemers vinden thuiswerk prettig, blijkt uit onderzoek. Maar het is daarbij wel van groot belang om de grenzen te bewaken, betogen de initiatiefnemers van de werkgroep Jongwerkenden van de Alliantie Digitaal Samenleven eerder deze maand in de Volkskrant.

Door de coronacrisis wordt een groot deel van de Nederlandse bevolking gedwongen om thuis te werken. Dit heeft mogelijk niet alleen tijdens deze crisis, maar ook op de langere termijn gevolgen voor onze werksituatie.

Onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid laat zien dat ruim een kwart van de mensen die nu meer thuiswerken, dat vaker wil blijven doen. Werknemers wennen aan video calls en constateren dat vergaderen best effectief kan met digitale communicatiemiddelen. Tegelijkertijd schuilt hier een risico in: we weten dat toenemend gebruik van digitale communicatiemiddelen in een werkcontext ook kan leiden tot meer stressklachten, een verschijnsel dat bekend staat als technostress. 

Burnoutklachten op de loer
Wanneer die stressklachten aanhouden, liggen burnoutklachten op de loer. Jonge werknemers tot 35 jaar vormden al voor de coronacrisis een risicogroep voor burnoutklachten. Het verminderen of voorkomen van deze technostress bij jonge werknemers verdient dus extra aandacht. Hier ligt een belangrijke taak voor de verschillende betrokken partijen om dit in gezamenlijkheid op te lossen, via een dialoog waarin men zich in elkaars situatie kan verplaatsen.

Jonge werknemers en werkgevers lijken nog weinig inzicht te hebben in de oorzaken en gevolgen van technostress. Het gebruik van laptop, smartphone of tablet voor het werk maakt het lastiger om los te komen van dit werk en verstoort de werk-privé balans, helemaal wanneer werknemers druk ervaren om snel op die werkgerelateerde berichten te reageren. 

Dit laatste wordt ook wel telepressure genoemd. Doordat we altijd ‘aan’ staan vervaagt de grens tussen privé en werk en zijn er geen momenten van rust meer. Die momenten van rust zijn nodig, want zij werken stressverlagend. Bovendien zorgt de constante stroom van binnenkomende berichten, e-mails en meldingen ook tijdens ons werk voor afleiding, overprikkeling, concentratieverlies en vermoeidheid.

Jonge werknemers risicogroep
We weten dat jonge werknemers een risicogroep vormen voor het ontwikkelen van stressklachten: volgens recente cijfers van CBS en TNO heeft 21 procent van de werknemers tussen de 25 en 35 jaar burnoutklachten, tegenover 17 procent van alle werkende Nederlanders. 

Ook voor telepressure gelden zij als risicogroep. Dit blijkt uit een recente peiling die door de Universiteit van Amsterdam is uitgevoerd onder 91 jonge werknemers van 18 tot en met 34 jaar na het inwerkingtreden van de coronamaatregelen op 16 maart. De peiling laat zien dat 33 procent zich verplicht voelt om ’s avonds te reageren op werkberichten via de smartphone, 41 procent moeite heeft om zich op andere dingen te concentreren als er een bericht ontvangen wordt en 37 procent een sterke behoefte voelt om meteen te reageren na het ontvangen van een bericht. 

De ervaren telepressure blijkt vergelijkbaar met die in de periode voorafgaand aan de coronamaatregelen. Deze cijfers geven aan dat een aanzienlijk deel van de jonge werknemers worstelt met het vinden van een gezonde balans in technologiegebruik. De prioriteit lijkt vanuit de cijfers in eerste plaats te liggen bij de jonge werknemers. Dit neemt uiteraard niet weg dat de stressklachten door het werken met digitale communicatiemiddelen zich ook binnen andere leeftijdsgroepen kunnen manifesteren.

Verantwoordelijk
De tips om productief en aangenaam thuis te werken vliegen je tijdens deze coronacrisis om de oren. Het zijn echter vooral adviezen die de individuele werknemer helpen bij het omgaan met de nieuwe werksituatie. Het lijkt hierdoor alsof de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van genoemde stressklachten bij de individuele werknemer ligt en dat er geen rol is voor de werkgever.

In Nederland heeft de werkgever echter een zorgplicht volgens de Arbowet, ook in coronatijden. Hieronder valt de verantwoordelijkheid in het zoveel als mogelijk voorkomen van psychosociale overbelasting, zoals werkstress die veroorzaakt wordt door werken middels digitale communicatiemiddelen. 

Het is zodoende belangrijk dat een werkgever een duidelijke norm stelt ten aanzien van het thuiswerken met digitale middelen en mogelijk hierin het voorbeeld geeft en ondersteuning biedt. Een leidinggevende zou bijvoorbeeld het gesprek over dit onderwerp kunnen aangaan met zijn medewerkers afzonderlijk, en met het hele team. 

Belangrijke bespreekpunten zijn: Hoe wordt omgegaan met bereikbaarheid? Wat zijn de verwachtingen en afspraken rondom het versturen van mail en berichten in de avond en het weekend? Hoe kan het teamgevoel vastgehouden worden? Hoe vindt een individuele medewerker zijn balans in het thuiswerken? Lukt het om aan het eind van de dag en soms ook tussendoor ontspannende activiteiten te ondernemen? 

Ook zal een leidinggevende zijn medewerkers moeten informeren over het belang van loskomen van het werk en het behouden van goede werk-privé balans. Uiteraard is het ook van belang dat een medewerker zich gesteund voelt en ruimte en vertrouwen krijgt wanneer hij/zij vanuit huis werkt.

De auteurs van het stuk zijn afkomstig uit zowel wetenschap, bedrijfsleven als de overheid. Zij roepen op tot een dialoog met verschillende partijen. Daarom hebben zij zich verenigd in een alliantie en organiseren de komende maanden dergelijke dialogen tussen jonge werknemers, leidinggevenden en werkgevers, op weg naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid om stressklachten bij jonge werknemers te voorkomen.