Zakelijke beslissers zien waarde van HR-data

Dat blijkt uit onderzoek van SD Worx.

In de onderzochte Europese landen krijgt 43 procent van de HR-beslissers minimaal één keer per week een verzoek om op HR-data gebaseerde inzichten. In het merendeel van de gevallen gaat het om vragen rond verzuim (44%), gevolgd door personeelskosten (40%) en productiviteit (40%). 

Impact HR-analytics op drie domeinen
Het onderzoek dat werd uitgevoerd in opdracht van SD Worx is een indicatie dat zakelijke beslissers vaker de waarde inzien van HR-data. Van de respondenten vindt 73 procent deze HR-inzichten van toegevoegde waarde voor de bedrijfsvoering. 

De drie belangrijkste domeinen waarop volgens het onderzoek “HR-analytics impact kunnen hebben” zijn: 
● personeelskosten (45%)
● medewerkerstevredenheid en -betrokkenheid (45%) 
● productiviteit (42%) 

Als top 3 van mogelijke “obstakels om met HR-analytics aan de slag te gaan” noemt het onderzoek: 
● gebrek aan communicatie tussen de HR-afdeling en de rest van de organisatie (29%)
● de kosten (27%)
● interne structuren die innovaties belemmeren (27%) 

Menselijk kapitaal gerichter versterken
Met het verzamelen en interpreteren van personeelsgerelateerde data, kunnen organisaties inzichten verkrijgen op basis waarvan zij het menselijk kapitaal gerichter kunnen versterken. Maar liefst 78 procent van de Nederlandse respondenten geeft aan gebruik te maken van inzichten op basis van HR-gegevens, zoals lijsten. Daarop scoort Nederland het hoogste: 10% meer dan het tweede land, Duitsland, en 25 procent meer dan Frankrijk. 

Overigens lijken de onderzoekers geen onderscheid te maken tussen het bijhouden van eenvoudige personeelsgegevens zoals verzuim, leeftijdsopbouw en opleidingsniveau van het personeel (HR-metrics) en het uitvoeren van statistische bewerkingen, het blootleggen van verbanden en het ontwikkelen van voorspellende modellen (HR-analytics)

Nederlandse organisaties doen weinig aan prognoses
Uit de onderzoeksresultaten blijkt verder dat naarmate methoden complexer worden, het gebruik ervan wat afneemt. Behalve basale HR-data, gebruikt 65 procent van de bedrijven in Nederland ook HR-data voor interne en externe benchmarking, en iets meer dan de helft (52%) voor dashboards en scorecards. Nederlandse organisaties maken het minst vaak gebruik van HR-data voor het doen van prognoses (10%). 

53 procent van de respondenten denkt overigens dat het vertrouwen van niet-HR-beslissers op de toepassing van HR-inzichten de afgelopen 2 jaar is verbeterd. Bovendien verwacht 56% dat dit de komende 2 jaar nog verder zal verbeteren.

Ziekteverzuim bestrijden met behulp van data 
Nederlandse respondenten geloven dat HR-analytics vooral impact kan hebben op het ziekteverzuim (49%), ontwikkeling van medewerkers (44%) en de capaciteit (36%). Vergeleken met zijn Europese tegenhangers maakt Nederland minder gebruik van data om de werknemerstevredenheid en -betrokkenheid (37%) en de personeelsbezetting (30%) te verbeteren. 

Verder blijkt dat zeven op de tien zakelijke beslissers in Europa de HR-medewerkers ervaren vinden in het verwerken en analyseren van data. 59 procent vindt bovendien dat de technologische infrastructuur is verbeterd, waardoor de weg open ligt voor HR-analytics. 

Juiste vaardigheden en competenties
Ongeveer twee op de drie respondenten (zowel HR-beslissers als niet-HR-beslissers) is van mening dat de HR-afdeling over de juiste vaardigheden en competenties beschikt om dergelijke inzichten te kunnen benutten. De twee belangrijkste vaardigheden die volgens de respondenten verder ontwikkeld moeten worden zijn: analyse van data (40%) en verandermanagement (34%).

Mark Bloem, Algemeen directeur van SD Worx Nederland, noemt het onderzoek veelbelovend: “We praten natuurlijk al langer over de waarde van HR-data en het belang om deze een meer dominante positie binnen een organisatie te geven. Nu zien we dat ook andere afdelingen de voordelen van deze data beginnen te ervaren.” 

Over het onderzoek 
Het online onderzoek van het iVOX-onderzoekspanel en de iVOX-database werd uitgevoerd onder circa 500 respondenten bij ruim 200 bedrijven in België, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.