Beter personeel polsen dan kiezers peilen

Een grote meerderheid van de werkgevers monitort de tevredenheid of de betrokkenheid van de medewerkers. Daarmee zijn zij meestal beter af dan Donald en Hillary met hun verkiezingspolls.

Volgens het “HR-trends Onderzoek 2015-2016”, laat ruim 70 procent van de organisaties medewerkersonderzoek uitvoeren. Dat is niet onverstandig. De betrokkenheid van medewerkers is een goede voorspeller van de prestaties van de organisatie, blijkt uit diverse rapporten. Volgens een bekend onderzoek door HayGroup in 2008-2009 kunnen organisaties met sterk betrokken personeel financieel bijna vijf keer beter presteren dan organisaties met weinig betrokken personeel. 

Peilingen afdoen als onbetrouwbaar
Een medewerkers-onderzoek levert de werkgever een behoorlijk betrouwbaar beeld op, mits – vrijwel – alle medewerkers in de peiling betrokken kunnen worden. Dat zorgt voor een veel realistischer beeld, dan de steekproeven die gebruikt worden voor de prognoses voor verkiezingen. Donald Trump put daar een argument uit om zijn slechte prognoses in de peilingen momenteel af te doen als onbetrouwbaar. 

Voor de zomer, toen alles nog voor de wind ging met zijn campagne, las Trump tijdens zijn toespraken de laatste peilingen juist steeds voor. Maar nu vrijwel alle peilingen hem op een flinke achterstand inschatten, roept hij: “Peilingen zeggen maar wat,” aldus een artikel deze week in NRC (“Trumps laatste strohalm”). Nu kan de republikeinse kandidaat alleen nog maar hopen dat de statistici ernaast zitten.

Die mogelijkheid is inderdaad aanwezig omdat bij het gebruik van een steekproef de resultaten van een analyse – flink – kunnen afwijken van de resultaten die je zou krijgen als je over de gegevens van de hele populatie zou beschikken (ofwel: alle kiezers, in het geval van Trump en Clinton). Zoals je bij het medewerkersonderzoek over de gegevens van alle medewerkers kunt beschikken.
  
Datatechnologie en de opkomst van big data 
Maar statistici moeten het vrijwel altijd doen met weinig data (al is dat door de nieuwste datatechnologie en de opkomst van big data juist sterk aan het veranderen). Het verzamelen van primaire data is bovendien vaak kostbaar en tijdrovend en moet zo zorgvuldig mogelijk gebeuren. Dat laatste wil bij de peilingen in verkiezingstijd nog wel eens tegenzitten. Bij de presidentsverkiezingen bijvoorbeeld, als het niet lukt om voldoende republikeinen in de steekproef te krijgen, of voldoende blanke arbeiders of Afro-Amerikaanse vrouwen, enzovoort. 

VVD en PvdA vier tot vijf zetels te weinig 
Falende peilingen kennen we in Nederland ook. Tijdens de verkiezingen van september 2012 zaten de pollbureaus er 24 tot 28 zetels naast. VVD en PvdA zorgden toen voor een dermate grote verrassing, dat ook de rest van de zetelverdeling niet meer klopte. Maurice de Hond had de VVD en PvdA vier tot vijf zetels te weinig toegekend, TNS Nipo zat er bij beide maar liefst zes zetels naast. De SP had zich in de peilingen te rijk gerekend: gemiddeld zo'n zes zetels meer dan het uiteindelijke aantal. 

Betrek bij peilingen in de eigen organisatie dus zoveel mogelijk alle medewerkers om de betrouwbaarheid zo groot mogelijk te maken. Al blijven de resultaten mede afhankelijk van factoren als de kwaliteit van de gestelde vragen en het naar waarheid beantwoorden daarvan. Ook voor het peilen van tevredenheid en betrokkenheid is nooit de garantie te geven dat er niet wordt gesjoemeld. 

Variabele bonus afhankelijk van betrokkenheidsscore 
Onlangs sprak ik een financieel specialist van een van de grote banken, die mij vertelde dat hij bij een engagementonderzoek altijd veel positievere scores gaf dan hij eigenlijk zou willen geven. Reden daarvoor: zijn chef liet de variabele bonussen van hem en zijn collega’s mede afhangen van de betrokkenheidsscore van de totale afdeling. Op die manier krijg je natuurlijk geen realistische uitkomst.
 
Maar als die uitkomst je niet aanstaat kun je zoals Trump doet altijd nog de peiling in diskrediet brengen. Het gespeculeer zal blijven tot de verkiezingen op 8 november achter de rug zijn. Trump’s running mate Mike Pence beloofde eerder dat zij de uitslag zullen respecteren. Daar is Trump tijdens het afgelopen verkiezingsdebat alweer op teruggekomen. 

Wat Trump bij verlies dan nog altijd kan doen is de kiezers verwijten dat ze de verkeerde keuze hebben gemaakt. Dat zou zoiets zijn als een werkgever die zegt dat een lage medewerkerstevredenheid het gevolg is van het onjuist invullen van het medewerkers-onderzoek. Als CEO zou Trump daar wellicht nog mee wegkomen ook. De meeste werkgevers weten – waarschijnlijk – beter.