50-plus-werknemer ontwikkelt zich meest

Vier op de vijf werknemers van 50 jaar of ouder krijgen van hun werkgever ontwikkelkansen. Driekwart benut die kansen ook.

Gemiddeld geeft meer dan driekwart van de werknemers in ons land aan dat hun werkgever mogelijkheden biedt tot inhoudelijke ontwikkeling. Circa twee derde maakt ook gebruik van die mogelijkheden, oftewel 53% van alle ondervraagden. 

Dit blijkt uit onderzoek van Intelligence Group naar ontwikkelingsmogelijkheden voor werknemers in Nederland dat is uitgevoerd in het derde kwartaal van 2019 onder 2274 respondenten in loondienst. Tevens is daarbij gekeken naar leeftijd en opleidingsniveau als  onderscheidende factor. 

Opleidingsmarkt is een miljardenbusiness 

Uit dit onderzoek blijkt dat 53% van de werknemers zich op kosten van hun werkgever verder ontwikkelt. Volgens CBS-cijfers uit 2015 besteedt een werkgever per cursist op jaarbasis ruim 1.000 euro. Daarmee is de opleidingsmarkt een miljardenbusiness.

Toch profiteert niet iedere werknemer daarvan. Een kwart geeft aan er (nog) geen gebruik van te hebben gemaakt. En 23% geeft aan helemaal geen ontwikkelingsmogelijkheden aangeboden te krijgen. Mannen en vrouwen maken evenveel gebruik van de mogelijkheden die ze krijgen aangeboden om zich te ontwikkelen.

Jongeren krijgen het minste mogelijkheden 

Wie jong begint met werken wordt volgens het onderzoek van Intelligence Group niet extra gestimuleerd om zich te ontwikkelen. De leeftijdsgroep 15-19 jaar is zelfs koploper in het ontbreken van ontwikkelingsmogelijkheden. 

Ze laten de hun geboden kansen ook relatief het vaakst liggen. Werkgevers laten hier volgens Intelligence Group een kans liggen om jongeren langer aan zich te binden of enthousiast te maken voor een baan in de branche/sector.

De 50-plussers staan zowel qua leeftijd als qua participatie aan de andere zijde van de schaal. Van hen geeft 80% aan ontwikkelingskansen te krijgen en bijna driekwart van die 80% benut die kansen ook. De leeftijdsgroep 45-49 jaar komt daarbij aardig in de buurt. 

In de overige leeftijdsgroepen geeft circa 75% aan over ontwikkelingsmogelijkheden te beschikken en daarvan maakt 60-70% ook gebruik van de hun geboden kansen.

Hoger opgeleiden profiteren het meest 

Hoger opgeleiden (hbo/wo) geven het vaakst aan over inhoudelijke ontwikkelingsmogelijkheden te beschikken (83-84%). Zij maken bovendien relatief het vaakst gebruik van de hun geboden mogelijkheden. 

De deelname aan cursussen, opleidingen, trainingen, etc. ligt onder universitair opgeleiden maar liefst tweemaal zo hoog als onder collega’s met een vmbo-niveau (64 om 32%). Hbo-opgeleiden doen met 62% deelname nauwelijks onder voor de wo-ers.

Ruim de helft van de werknemers met een opleiding op mbo-niveau profiteert ook van mogelijkheden om zich verder te  ontwikkelen. Bijna een kwart van hen geeft aan die mogelijkheden niet aangeboden te krijgen. 

Groeiende ontwikkelingskloof versterkt

Voor werknemers met een vmbo opleidingsniveau gaat het om maar liefst 36%. Gedurende hun loopbaan wordt de al bestaande ontwikkelingskloof tussen lager en hoger opgeleiden dus nog verder versterkt.

Onderzoeksachtergrond
De cijfers zijn gebaseerd op het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) dat Intelligence Group sinds 2003 elk kwartaal uitvoert.