Daling aantal werklozen met 50.000 sterkste sinds 2003
De daling komt doordat meer werklozen aan het werk gingen dan er werkenden hun baan verloren. Ook daalde de werkloosheid doordat mensen stopten met het zoeken naar een baan. Nederland telde in het eerste kwartaal 334.000 werklozen. Dat is 3,6 procent van de beroepsbevolking.
Het aantal vacatures steeg fors. Daarmee neemt de spanning op de arbeidsmarkt toe. Vooral in de bedrijfstak informatie en communicatie en in de bouw is het personeelsgebrek groot. Eind maart stonden er 245.000 vacatures open, 26.000 meer dan een kwartaal eerder.
Ondanks de coronacrisis en de lockdown in het eerste kwartaal lijkt de schade voor de arbeidsmarkt mee te vallen. Dit komt door de steunmaatregelen van de overheid, waardoor veel bedrijven geholpen worden bij het doorbetalen van hun personeel. In de banencijfers van het CBS zijn ook de arbeidsplaatsen meegerekend van mensen die vanwege de crisis niet of minder kunnen werken, maar wel nog steeds hun loon krijgen gestort.
Volgens het statistiekbureau is Nederland alles bij elkaar goed voor bijna 10,7 miljoen arbeidsplaatsen, van zowel werknemers als zelfstandigen. Ten opzichte van het vierde kwartaal van vorig jaar liep het banentotaal met 69.000 terug. In vergelijking met het eerste kwartaal van 2020 telde het eerste kwartaal 221.000 banen minder.
Het banenverlies was veruit het grootst in de handel, de horeca en het vervoer. In die sectoren liep het aantal banen met 48.000 terug. Ook in de cultuursector en recreatie gingen banen verloren. Deze sectoren hebben allemaal veel last van de coronacrisis. Sinds het begin van de pandemie gelden reisbeperkingen, zijn evenementen geschrapt en door lockdowns waren de horeca, musea, theaters en pretparken grotendeels gesloten.
In het eerste kwartaal van 2021 waren er 1,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie, 122.000 minder dan een jaar eerder. Aan het begin van de coronapandemie, begin vorig jaar, daalde het aantal flexibele werknemers sterk. Die daling was vanaf eind vorig jaar minder groot ten opzichte van een jaar eerder. Dat komt doordat er in sommige beroepen meer flexibele werknemers zijn bijgekomen, zoals in de gezondheidszorg en de bouw.