Analyse verkiezingsprogramma’s: meer flexibiliteit en aandacht werk-privébalans

Een flexibel pensioen, lagere werkgeverslasten en veel aandacht voor de balans tussen werk en privé. Uit een analyse van de verkiezingsprogramma’s van de grootste politieke partijen concludeert HR- en salarisdienstverlener ADP dat op deze punten politieke consensus is. De kans dat een nieuw kabinet hiermee aan de slag gaat, is daarom groot.

ADP nam de verkiezingsprogramma’s van de VVD, PVV, PvdA, CDA, ChristenUnie (CU), GroenLinks, D66 en SP onder de loep. Gekeken is welke consequenties deze programma’s hebben op HR-vraagstukken, zoals verloning, pensioenen en de arbeidsmarkt. Hoewel het nog de vraag is welke voorgestelde veranderingen daadwerkelijk doorgaan, lijken veel partijen dezelfde kant op te willen. De kans dat deze veranderingen in een volgend kabinetsperiode op de agenda komen, is daardoor aannemelijk.

Meer flexibiliteit in oudedagvoorziening 
Over de oudedagvoorziening zijn de meeste partijen het eens: meer flexibiliteit. PvdA, VVD en SP vinden dat de ingangsdatum van de AOW flexibeler moet zijn. D66, VVD en de ChristenUnie vinden dat het aanvullend pensioen individueler moet worden. Zij vinden ook dat een deel van de opgebouwde pensioenrechten moet kunnen worden ingezet voor het aflossen van de hypotheekschuld. Voor dat laatste zet ook het CDA zich in.

Wet Werk en Zekerheid aan vervanging toe
Zes van de acht partijen willen de WWZ al weer gedeeltelijk herzien. Werkgevers moeten eerder een vast contract kunnen aanbieden. Lagere lasten moeten hieraan bijdragen. D66 gaat het verst. Die partij wil slechts één arbeidscontractvorm: een contract voor onbepaalde tijd. De VVD, het CDA, GroenLinks maar ook de CU willen dat er juist meer ruimte komt voor flexibele arbeidscontracten. Het CDA vindt een tijdelijk contract van vijf jaar beter dan een situatie waarin een werknemer elke twee jaar op straat kan komen te staan. De SP wil de ontslagvergoeding verdubbelen en al na één maand in werking stellen.

Werkgeverslasten omlaag; lonen omhoog
VVD, CDA, SP, CU, PVV en GroenLinks willen de lasten op arbeid omlaag brengen. De kloof tussen bruto en netto moet minder groot worden. Dit leidt ook tot lagere lasten voor werkgevers, zodat de prikkel om meer mensen in dienst te nemen wordt vergroot.
Kleinere werkgevers die bij ziekte van een medewerker het loon tot 104 weken moeten doorbetalen: als het aan D66, VVD, CDA, GroenLinks, SP en de CU ligt, heeft deze constructie zijn langste tijd gehad. Voor het tweede jaar loonbetaling stellen zij een collectieve regeling voor.

PvdA en GroenLinks willen afspraken maken met bonden en werkgevers om de lonen voor iedereen te verhogen. Ook willen deze partijen dat 18-jarigen stapsgewijs recht krijgen op het volwaardige minimumloon. SP wil het minimumloon met 10% verhogen en het minimumjeugdloon afschaffen zodat iedere volwassene een gelijk loon voor gelijk werk krijgt.

De PVV vindt dat de inkomstenbelasting omlaag moet. De CU stelt een tweeschijvensysteem voor met een basistarief van 35% voor bruto jaarinkomens tot 70.000 euro en een top tarief van 49% voor inkomens boven de 70.000 euro. De SP wil juist een vijfde schijf invoeren van 65%, bestemd voor inkomens vanaf 150.000 euro.

Arbeidsmarkt stimuleren met subsidies
Werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt, gehandicapten en oudere werknemers moeten makkelijker aan de slag kunnen. Vijf van de acht partijen willen werkgevers hier (meer) in stimuleren door middel van loonkostensubsidies, premiekortingen en no-riskpolissen. De SP vindt dat iedereen die zonder werk zit in aanmerking komt voor ondersteuning en begeleiding naar een volwaardige baan. De PvdA wil een quotum van 30% voor vrouwen in de top van het bedrijfsleven. Ook voor D66 is dit een streven. De VVD vindt juist dat emancipatie en diversiteit niet afdwingbaar zijn bij de wet of middels quota.

Ruimer vaderschapsverlof
Veel aandacht is er voor verlofregelingen en de combinatie van werk en privé. Welke partijen het ook voor het zeggen krijgen: het is bijna zeker dat een ruimer vaderschapsverlof op de agenda komt van een nieuw kabinet. De recent aangekondigde verruiming lijkt daarmee niet voldoende. Ook lijkt er een grotere rol voor scholen weggelegd. Voor ruimere schooltijden en meer naschoolse en buitenschoolse opvang is een breed draagvlak. D66 wil dat ook gemeentehuizen en huisartsen ruimere openingstijden krijgen. De CU spreekt over ‘schooltijdbanen’ en arbeidstijden moeten flexibeler volgens het CDA en de CU. De SP wil de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang verbeteren.

Flexibele schil van zzp’ers
Gelet op alle commotie rondom de Wet DBA is het niet verwonderlijk dat er aandacht is voor de positie van zzp’ers. De meeste partijen zijn het erover eens dat schijnzelfstandigheid en schijnconstructies moeten worden aangepakt. De rechtspositie van zzp’ers moet door de overheid duidelijker worden. Opdrachtgevers en opdrachtnemers moeten vooraf duidelijkheid hebben volgens D66 en de VVD. De CU en de SP willen een verplichte verzekering voor zzp’ers voor ziekte en arbeidsongeschiktheid zodat het speelveld tussen werknemers en zzp’ers wordt verkleind. De SP wil zich ook inzetten om te voorkomen dat mensen gedwongen als zelfstandige aan de slag moeten.