Asschers heilloze strijd tegen bereikbaarheid

Als vicepremier moet Lodewijk Asscher ‘natuurlijk’ altijd bereikbaar zijn. Maar iedere andere Nederlander verdient het recht om buiten werktijd onbereikbaar te blijven, schrijft de PvdA-voorman. Als middel in de strijd tegen stress zal dit bitter weinig helpen. 

Daar zijn tenminste twee redenen voor. De eerste is dat we nu eenmaal graag online zijn en dat wie online is berichten vrijwel niet kan negeren. Zo gaat acht op de tien Nederlanders niet zonder mobiele telefoon de deur uit. Van de jongeren is dat zelfs 92 procent. De meeste mensen zetten hun telefoon ook 's nachts niet uit. Slechts één op de zes doet dat wel. Dat blijkt uit onderzoek van Multiscope. Daaruit blijkt ook dat drie van de vier ondervraagden naar huis omkeren om hun telefoon alsnog te halen, als zij die vergeten zijn. Een deel doet dat zelfs als ze daarna te laat komen op hun bestemming. Maar ook tijdens onze vakantie willen we liever niet zonder toegang tot internet. 72 procent van de vakantiegangers gaf aan dat de aanwezigheid van WiFi een grote tot zeer grote rol speelt bij de keuze van een accommodatie. Dus zelfs als het misschien beter is om tijdelijk onbereikbaar te blijven, kiezen velen daar in de praktijk bewust of onbewust toch al niet voor.

De tweede reden dat het recht op onbereikbaarheid weinig zal helpen is, dat stress op de werkvloer een complex probleem is met een reeks van oorzaken. Lijden onder stress begint zelfs al ruim voordat we een werkkring hebben, blijkt uit het recente rapport “Als je het ons vraagt” van Kinderombudsvrouw Margrite Klaverboer. Daarin valt te lezen dat zelfs scholieren al een te hoge werkdruk ervaren. En als we dan eenmaal een baan hebben, dan komen er verschillende bronnen van – ziekmakende – stress bij. De bekendste hiervan is een – structureel – te hoge werkdruk. Of simpeler gezegd dat je je werk niet binnen de gestelde tijd af kunt krijgen of niet aan de gestelde eisen kunt voldoen. Een andere bekende oorzaak is dat privéomstandigheden dusdanig veel stress geven dat deze in combinatie met de werkdruk tot te hoge werkstress leiden of dat werk- en privéverplichtingen bij elkaar opgeteld te veel zijn.

Berucht is verder de stress die kan ontstaan in de omgang met collega’s, die voor sommige van ons een dagelijkse kwelling is. 1 op de 6 werknemers, ofwel ruim 1,2 miljoen Nederlanders, heeft hier last van. Asschers eigen ministerie vroeg vorig jaar via een campagne nog aandacht voor de gevolgen van pesten, discriminatie en (seksuele) intimidatie op het werk. Daarbij komt dat nog dat ruim 1,6 miljoen werknemers wel eens met agressie te maken krijgen. Elke dag zijn er gemiddeld 53 gevallen van schoppen, bijten of bedreiging op het werk, die leiden tot langer verzuim, blijkt uit CBS-cijfers. De gevolgen hiervan zijn groot zowel voor werkgevers als voor werknemers. Agressie verhoogt de stress, verlaagt het werkplezier en leidt uiteindelijk tot uitval. In combinatie met een hoge werkdruk zorgen pesten, discriminatie en (seksuele) intimidatie zelfs voor een verdubbelde kans op burn-outklachten. 

Minder aandacht is er voor het fenomeen chronisch slaaptekort, waaronder 31 procent van de de Europese mannen en 35 procent van de Europese vrouwen lijden volgens het Britse Vielife. En dat terwijl dagelijks één uur te weinig slaap al leidt tot verminderde alertheid, inzicht, geheugen en slechtere motorische reacties. Van de Nederlanders slaapt de helft minder dan 7 uur per etmaal, wat volgens breinexperts tekort is voor voldoende herstel van de hersenen en ons vermogen tot geconcentreerd werken. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Wat ik wil zeggen is dat tegen deze achtergrond het recht op onbereikbaarheid er eentje is in de categorie: alle beetjes helpen, en niet meer dan dat. Los daarvan hebben vakbonden, werkgeversverenigingen en verschillende politieke partijen nog uiteenlopende andere redenen aangevoerd om Asschers idee van tafel te vegen. Die variëren van de onwenselijkheid van een wettelijke maatregel tot en met de redenering dat bereikbaar zijn er in de 24-uurseconomie nu eenmaal bij hoort. Die laatste kwam overigens van vakbond De Unie.

Asscher zelf steekt de hand in eigen boezem en schrijft in zijn artikel dat het ‘best vaak’ voorkomt dat hij zelf een berichtje staat te sturen langs de lijn bij een voetbalwedstrijd van zijn zoon. Hij zou op zijn minst kunnen beginnen met het goede voorbeeld te geven door zich zelf onbereikbaar te houden. 

En nee, dat valt niet mee. 

Gerelateerde artikelen