Drie kwart werknemers wil thuis blijven werken

Een kostenbesparing tot 20 procent is wat structureel thuiswerken post-corona betekent, aldus CNV-voorzitter Piet Fortuin. 70 procent van de werknemers voelt ervoor.

Van de werknemers die nu thuis werken wil 70 procent na de coronacrisis structureel meer thuiswerken dan ervoor. Ook verwacht 45 procent externe afspraken na de crisis online te blijven doen. Dit constateert vakbond CNV vandaag na eigen onderzoek onder 3.000 thuiswerkende leden.

Provisorisch ingerichte thuiswerkplek

Weinig werkgevers hebben op dit moment echter een beleid dat structureel thuiswerken faciliteert, meldt de vakbond verder. “Veel thuiswerkplekken zijn nu provisorisch ingericht. De laptop op de keukentafel. Een slechte bureaustoel. Geen goede werkhouding. Muisarmen,” aldus Piet Fortuin, CNV-voorzitter. “Werkgevers lopen momenteel achter de feiten aan: vrijwel niemand ontwikkelt momenteel een structureel thuiswerkbeleid.”

Het kabinet moet snel met een thuiswerkvisie komen, vindt de vakbond. Onderdelen daarvan zouden moeten zijn fiscale voordelen voor thuiswerkmiddelen en een eenmalig fiscaal voordeel voor een thuiswerkcoach: iemand die thuis de werkplek doorlicht, inventariseert wat er nodig is aan extra middelen en de thuiswerker ook adviseert over zijn of haar werkhouding.

Langetermijnbeleid voor thuiswerken 

Veel thuiswerkers kampen nu met klachten: 40 procent heeft meer fysieke klachten en 44 procent beschikt niet over een arbo-verantwoorde werkplek. “Als we op deze weg doorgaan, lopen we een verhoogd risico op uitval door slechte thuiswerkplekken. Tijd dat werkgevers zo snel mogelijk met een langetermijnbeleid op thuiswerken komen,” reageert Fortuin.

Hij wijst verder naar de voordelen voor werkgevers van structureel thuiswerken: lagere reiskosten, minder gebruik van dure kantoorruimte, minder reistijd waardoor er meer werktijd ontstaat. “Wij verwachten een kostenbesparing […] tot 20 procent door al deze factoren,” zegt Fortuin. “Deze besparing kunnen werkgevers investeren in slimme thuiswerkplekken.”