Dominante ‘druk, druk, druk’-mentaliteit compenseert schuldgevoel – relaxte cultuur is productiever
We ervaren voortdurend de druk om actief te zijn, de tijd optimaal te benutten en als het even kan een stap voor te blijven op onze planning. We hebben het idee dat druk zijn een teken is van succes, en als we even niets doen, ervaren we schuldgevoelens. Maar is druk zijn werkelijk goed voor ons en onze organisatie? Of is het eerder een valkuil die ons ervan weerhoudt ons volledige potentieel te bereiken? Wel volgens Adam Waytz, als psycholoog verbonden aan de Kellogg School of Management van Northwestern University, in het artikel Beware a Culture of Busyness in de Harvard Business Review.
Activiteitsverslaafd
Veel mensen en organisaties lijden aan wat hij een “activiteitsverslaving” noemt. Dit betekent dat ze buitensporige waarde hechten aan het bezig zijn, zonder te evalueren of deze activiteiten daadwerkelijk nuttig of betekenisvol zijn. Activiteitsverslaafden zijn afhankelijk van het gevoel van druk zijn en meten hun eigenwaarde af aan de hoeveelheid werk die ze verzetten. Ze verspillen kostbare tijd en energie aan zinloos werk dat weinig tot geen impact heeft op de doelen van hun organisatie. Ze zijn vaak afgeleid, ervaren stress en raken overweldigd. Ze hebben moeite met het zich richten op “diep werk,” dat wil zeggen, taken die creativiteit, inzicht en innovatie vereisen. Daarnaast missen ze de kans om te reflecteren, leren en verbeteren.
Deze obsessie met drukte heeft ook schadelijke gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van individuen. Activiteitsverslaafden lopen een verhoogd risico op een burn-out, depressie, angst en andere psychische en fysieke problemen. Ze besteden minder tijd aan hun familie, vrienden en persoonlijke interesses. Hierdoor gaat het plezier en de betekenis in hun werk verloren.
Vele oorzaken
Hoe komt het dat veel mensen zo geobsedeerd door drukte? Er zijn verschillende oorzaken voor deze obsessie, die zowel voortkomen uit onze menselijke aard als onze culturele context.
Een van de oorzaken is dat we meer waarde toekennen aan inspanning. Dit psychologische fenomeen wordt de “inspanningsheuristiek” genoemd. We neigen ernaar iets als waardevoller te beschouwen als we er harder voor hebben gewerkt. Hoewel dit ons kan motiveren om ons best te doen, kan het ons ook beletten om de werkelijke waarde van onze inspanningen te zien.
Een andere oorzaak is dat we niet van inactiviteit houden. Dit is een overblijfsel van onze evolutionaire geschiedenis, waarbij onze voorouders constant alert moesten blijven in een vijandige omgeving. Niets doen was gevaarlijk, omdat het betekende dat je niet op mogelijke bedreigingen of kansen lette. Daarom hebben we van nature de neiging om actief te blijven, zelfs als dit niet noodzakelijk is. Dit kan ons helpen om ons nuttig en betrokken te voelen, maar het kan ook voorkomen dat we ontspannen en herstellen.
Een derde oorzaak is dat we denken dat klanten en werkgevers graag hebben dat we druk zijn. We geloven dat klanten en werkgevers meer vertrouwen hebben in mensen die het druk hebben omdat dit impliceert dat ze meer ervaring, expertise en populariteit hebben. Dit kan ons aansporen om ons werk beter te doen, maar het kan er ook toe leiden dat we de schijn van drukte ophouden, die niet altijd overeenkomt met de werkelijkheid.
Een vierde reden is dat druk zijn een statussymbool is geworden in onze maatschappij. Dit culturele fenomeen is het gevolg van veranderingen in onze manier van leven en werken. Vroeger was vrije tijd een teken van rijkdom en macht, omdat alleen de elite zich dat kon veroorloven. Tegenwoordig wordt druk zijn gezien als een teken van rijkdom en macht, omdat het suggereert dat je veel verantwoordelijkheden, kansen en invloed hebt. Dit kan ons stimuleren om onszelf te ontwikkelen, maar het kan ons ook onder druk zetten om aan sociale verwachtingen te voldoen.
Wat te doen tegen ‘druk, druk, druk’?
Hoe kunnen we dan ontsnappen aan deze obsessie met drukte? Hoe kunnen we meer bereiken door minder te doen? Werkgevers en leiders binnen organisaties kunnen hier aan belangrijke rol in spelen.
– Beloon resultaten in plaats van activiteiten.
Een van de cruciale stappen is om onze manier van zelfevaluatie en evaluatie van anderen te herzien. In plaats van te focussen op hoeveel we doen, moeten we kijken naar wat we daadwerkelijk bereiken. We moeten ons concentreren op het eindresultaat, niet de inspanning die ervoor nodig was. Vragen als: Wat is de toegevoegde waarde van onze acties? Wat is het effect op de doelen van de organisatie? Wat biedt het de klanten? Door resultaten te waarderen, stimuleren we onszelf en anderen om efficiënter, effectiever en doelgerichter te werken.
– Elimineer werk van lage waarde.
We moeten onderscheid maken tussen werk van hoge waarde en werk van lage waarde. Werk van hoge waarde is werk dat bijdraagt aan de missie, de visie, en de strategie van de organisatie. Werk van lage waarde is werk dat weinig of geen impact heeft op de resultaten, of zelfs contraproductief is. We moeten werk van lage waarde elimineren, verminderen, of uitbesteden, zodat we meer tijd en energie kunnen besteden aan werk van hoge waarde.
– Doe meer “diep werk”.
Een derde stap is om meer tijd en ruimte te creëren voor “diep werk”, dat creativiteit, inzicht en innovatie vereist. Dit is werk dat ons onderscheidt van de concurrentie, en dat ons voldoening en betekenis geeft. Om diep werk te kunnen doen, hebben we concentratie, focus, en rust nodig. We moeten onszelf beschermen tegen afleidingen, onderbrekingen, en multitasking. We moeten onszelf toestaan om in een staat van “flow” te komen, waarin we volledig opgaan in wat we doen.
– Stop af en toe met werken.
Een vierde stap is om af en toe te stoppen met werken, en onze geest te laten dwalen. Dit is belangrijk voor ons welzijn, maar ook voor ons werk. Als we stoppen met werken, geven we onszelf de kans om te ontspannen, te herstellen, en te genieten. We verminderen onze stress, verbeteren onze stemming, en verhogen onze energie. Als we onze geest laten dwalen, geven we onszelf de kans om te reflecteren, te leren, en te verbeteren. We stimuleren onze verbeelding, ons geheugen, en ons probleemoplossend vermogen.
– Geef zelf het goede voorbeeld.
Een laatste stap is om zelf het goede voorbeeld te geven, en anderen te inspireren om hetzelfde te doen. We moeten laten zien dat we niet druk zijn om druk te zijn, maar dat we druk zijn om iets te bereiken. We moeten laten zien dat we niet alleen werken, maar ook leven. We moeten laten zien dat we niet alleen activiteit waarderen, maar ook kwaliteit. We moeten laten zien dat we niet alleen bezig zijn, maar ook gelukkig.