Een verplichte taaltoets bij sollicitaties?

Het wordt hoog tijd voor digitale dijkbewaking om de online wereld veilig te houden, waarschuwt staatssecretaris Dijkhoff. Medewerkers moeten alerter worden op ‘gijzelvirussen’ in hun mailbox. Maar zit daar het probleem?  

Beroepscriminelen zijn een steeds grotere bedreiging voor de digitale veiligheid in Nederland, aldus het rapport Cybersecuritybeeld Nederland 2016 dat de staatssecretaris van VenJ 5 september aanbood aan de Tweede Kamer.
 
Zij organiseren zich steeds beter en maken gebruik van geavanceerde digitale aanvalsmethoden. Het afgelopen jaar vonden verschillende grootschalige aanvallen plaats met een hoge organisatiegraad, gericht op diefstal van geld en kostbare informatie, meldt het persbericht. Naast de overheid waren bedrijven en burgers hiervan vaker het slachtoffer.
 
Dom mailtje met veel spelfouten
Bedrijven hebben bijvoorbeeld steeds meer last van ‘gijzelvirussen’, aldus Dijkhoff. Die maken bestanden op een pc of de administratie van een bedrijf ontoegankelijk. Pas als je betaalt krijg je de toegang tot je bestanden terug.
‘Vroeger had je een dom mailtje met veel spelfouten van de bank,’ zei Dijkhoff tegen de NOS.
‘Het is nu veel gerichter: je kunt nu een mail krijgen waarvan je denkt, dit is speciaal voor mij. En dan blijkt het toch een virus.’ Dus moeten Nederlanders alerter worden op wat er in hun inbox terecht komt. Zo organiseren overheid en bedrijven in oktober een twee weken durende campagne Alert Online. Deze is bedoeld om de ‘cyberskills’ te vergroten.
 
De vraag is of dat afdoende is. Een gebrek aan digitale vaardigheden hangt namelijk vaak samen met een gebrek aan taalvaardigheid. Om mensen die eerste bij te brengen, is het laatste een voorwaarde. Volgens de Algemene rekenkamer zijn er in Nederland zo’n 2,5 miljoen mensen – 1 op de 6 – die moeite hebben met taal en/of rekenen.
 
Laaggeletterden en laag-gecijferden
Het gaat volgens de Rekenkamer niet alleen om allochtone Nederlanders (eerste en tweede generatie). Ook autochtone Nederlanders vallen in deze categorie. Verder gaat het behalve om laaggeletterden dus om ‘laaggecijferden’.
Voor werkgevers is dit ook van belang, want een deel behoort tot de beroepsbevolking. Een rapport van de Stichting Lezen en Schrijven uit 2015 constateert dat laaggeletterden steeds vaker gebruik maken van een computer op het werk. Het percentage computergebruikers onder deze groep steeg van 38% in 2007 naar 44% in 2012.
 
Nu zegt u misschien dat in uw organisatie alleen hoogopgeleiden werken en dat die taalvaardigheid dus geen probleem is. In dat geval is het al even vermakelijke als alarmerende artikel van Maarten Huygen in NRC (6-9-2016) misschien een aardige eyeopener. Voor mij in elk geval wel.
 
Begeertes leiden naar “echoïsme”
Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie aan de universiteit Leiden, geeft hierin wat voorbeelden van vreemde spelling in de scripties van studenten: “Hij wilt”, “beredernaties”, “descentralisatie”, en uitdrukkingen als “Dit stroomt voort uit…” en “…onze begeertes leiden naar echoïsme” (sic). Volgens de hoogleraar schort het bij zeker de helft van de tentamens aan het Nederlands.
 
In plaats van dat het vwo de studenten taalkundig voorbereidt op de studie, neemt de faculteit nu zelf maar een taaltoets af bij eerstejaars rechtenstudenten. Een juiste beheersing van het Nederlands is namelijk essentieel voor de rechtspraktijk. Onnauwkeurige formuleringen zouden tot grote schade kunnen leiden bij het opstellen van bijvoorbeeld contracten, aktes en processtukken.
 
Volgens Janneke Kelter, die het taalonderwijs op de Haagse Hogeschool coördineert, moeten onderwijsinstellingen bewust sturen op de taalontwikkeling van studenten.
 
Taaltoets als onderdeel van sollicitatieprocedures
Misschien zouden werkgevers, UWV en bijvoorbeeld uitzendbureaus dat bij medewerkers moeten doen en voortaan een taaltoets afnemen als onderdeel van sollicitatieprocedures. Dit zou kandidaten prikkelen om hun taalvaardigheid zo nodig te verbeteren.
 
In Frankrijk verwachten de meeste werkgevers nog altijd een handgeschreven sollicitatiebrief en schakelen zij regelmatig een grafoloog in. Maar goed, dat is in Frankrijk.  
 
In ons land hoeft een taaltoets bij sollicitaties waarschijnlijk niet op veel enthousiasme te rekenen. De krapte op de arbeidsmarkt geeft al kopzorgen genoeg. Als cybercrimineel die het gemunt heeft op bedrijven, zou ik voorlopig dus niet al teveel moeite steken in het verbeteren van mijn taalbeheersing.  
Advies aan werkgevers: ongeacht of een online sollicitatiebrief wel of niet in vlekkeloos Nederlands geschreven is, wees in alle gevallen alert op de bijlagen. Zo houden we het veilig, toch?
 
Toine Al
HR-specialist, publicist, vakjournalist, spreker