Erasmus Universiteit komt met certificaat tegen loonkloof
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is er nog altijd een loonkloof tussen mannen en vrouwen. In 2018 was het verschil 4 procent bij overheidsinstellingen en 7 procent in het bedrijfsleven. Nu moet een vrouwelijke werknemer bij vermoedens van beloningsdiscriminatie zelf bewijzen dat ze minder verdient dan mannelijke collega's. Maar de PvdA, Groenlinks, SP en 50Plus hebben hebben een voorstel ingediend om die bewijslast om te draaien.
Erasmus Q-Intelligence loopt alvast vooruit op mogelijke nieuwe regels. Bedrijven kunnen bij dit bureau voor data-analyse en econometrie aankloppen om na te gaan hoe de salarisverhoudingen zijn. Ze krijgen na afloop hoe dan ook een certificaat, maar dat kent drie gradaties. Organisaties met een loonkloof van meer dan 5 procent krijgen het stempel 'Awareness' – Engels voor bewustzijn – omdat ze het initiatief hebben genomen voor het onderzoek. Bij een kleiner loonverschil krijgt de werkgever het predicaat 'Progress', oftewel vooruitgang. Als er geen significante verschillen zijn tussen de beloning van mannen en vrouwen krijgen organisaties het oordeel 'Excellence', oftewel uitmuntend.
Volgens datawetenschapper Koen Bel is een loonkloof vaak niet direct zichtbaar, waardoor werkgevers denken dat die binnen hun bedrijf niet bestaat. Kwantitatief onderzoek moet volgens hem uitwijzen of dat ook zo is. “Dat kan met geanonimiseerde data. We hebben gegevens als geslacht, salaris, fte, opleidingsniveau, aantal dienstjaren en functieschaal nodig. Je moet natuurlijk wel parttimers met parttimers vergelijken en directeuren met directeuren.”