Medewerkers vertrouwen AI meer dan manager, maar goede leiders hebben niets te vrezen van AI
AI is hard op weg om de menselijke leider eruit te concurreren. De AI heeft daarvoor een onuitputtelijke hoeveelheid informatie tot de beschikking, in combinatie met een gigantische verwerkingskracht en een razendsnel leervermogen. Onderzoek van Potential Project, een internationale organisatie voor leiderschapsontwikkeling, wijst uit dat werknemer nu al soms meer vertrouwen hebben in AI dan in managers van vlees en bloed.
Toch wijst onderzoek van datzelfde Potential Project uit dat leiders uiteindelijk weinig te duchten hebben van AI. Tienjarig onderzoek van deze organisatie wijst uit dat juist de menselijkheid de doorslag geeft bij effectief leiderschap. Hoe menselijker de leider, hoe beter de resultaten.
Winnen op alle fronten van AI
Dat betekent echter niet dat de leider het op alle fronten wint van de AI. Op het gebied van strategie en besluitvorming delft de leider het onderspit. AI is gewoon sneller, nauwkeuriger, minder bevooroordeeld, consistenter dan de mens. Van de ondervraagde medewerkers in het onderzoek, gaf 65 procent aan “enigszins” tot “volledig” vertrouwen te hebben in het vermogen van AI om een strategie te ontwikkelen. Ze voelen zich op hun gemak als AI een rol speelt bij het analyseren van hun prestaties en het optimaliseren van acties en beslissingen.
Bijna de helft voelt zich “enigszins” tot “extreem” op hun gemak bij het ontvangen van AI-gestuurde prestatiefeedback, zolang deze maar positief is. AI kan de sterke punten en verbeterpunten van een medewerker analyseren en begeleiding, training of andere middelen bieden om hem of haar te helpen groeien.
Medewerkers eisen menselijke leiders
Maar daar stopt de acceptatie van AI in de rol van leider. Hoe welkom AI op onderdelen ook is, het ontbreekt aan draagvlak om het leiderschap volledig over te nemen. Medewerkers wensen geleid te worden door mensen en niet door technologie, aldus de bevinding van Potential Project.
Maar meer nog dan deze menselijke wens gaat AI kopje aan de grilligheid op de werkvloer. Arbeid is allesbehalve strak georganiseerd en professioneel, omstandigheden die geknipt zouden zijn voor AI. In werkelijkheid is werk vol rommelige dynamiek, onzekerheden, persoonlijke agenda’s en verwachtingen. Dat is nu eenmaal inherent aan mensen op het werk.
De grootste beperkingen van AI
Het is op deze zeer menselijke gebieden waar AI zijn grootste beperkingen heeft. Gaat het om persoonlijke zaken, dan vertrouwen mensen AI niet meer. Uit het onderzoek van Potential Project komt naar voren dat mensen geloven dat de menselijke leider een veel beter begrip heeft voor de werkende mens dan AI. 57 procent vertrouwt de technologie hierin niet in en 22 procent is neutraal. Bovendien maakt zestig procent van de respondenten in het onderzoek zich zorgen over de mogelijkheid dat AI de emoties van werknemers analyseert en misbruikt voor onrechtvaardige beslissingen, die nog eens ondoorzichtig zijn ook.
Goede leiders moeten zich volgens de onderzoekers toeleggen op de gebieden waar AI het laat afweten op het werk. Leiderschap in het technologietijdperk moet zich concentreren op zeer menselijke, emotionele delen van het werk die zorg, transparantie en openharige gesprekken vereisen. Die eigenschappen doen er vooral toe bij het werven, aanstellen en laten doorstromen van medewerkers. Nergens komt zoveel hoop, angst, trots of teleurstelling voor als daar. Zeventig procent van de werknemers wil niet dat AI zich daarmee gaat bemoeien.
Kernkwaliteiten van de leider van vandaag
De beste leiders van vandaag zijn al bezig met het begrijpen van wat AI wel en niet kan en met ethische kwesties die samenhangen met het gebruik ervan. De kernkwaliteiten van de leider in een AI-omgeving zijn bewustzijn, compassie en wijsheid.
Bewustzijn is een unieke menselijke kwaliteit. AI is (nog) niet zelfbewust en kan geen onafhankelijke keuzes maken op basis van niet-lineair, niet-berekenbaar bewustzijn. Compassie is de noodzakelijke eigenschap om mensen het gevoel van psychologische veiligheid te geven. Hoewel AI steeds beter wordt in het nabootsen van menselijke emoties zoals empathie, blijft compassie buiten bereik.
Wijsheid tenslotte is het vermogen van de geest om onderscheid te maken en een gezond oordeel te vormen op basis van ervaring. Een belangrijk onderdeel van wijsheid is om radicaal open te blijven en niet alleen te vertrouwen op de eigen ervaring. Hoewel AI ons enorme hoeveelheden gegevens en kennis kan verschaffen, vraagt leiderschap om het unieke onderscheidingsvermogen dat leidt tot beslissingen die echt waardevol zijn. Leiders die deze drie kernkwaliteiten beheersen, slagen erin om hun leiderschap te baseren op AI, zonder dat de technologie domineert.