Hoe het eigen brein leiders parten speelt om beter te worden – en wat ze eraan kunnen doen

De vaardigheden die leiders nodig hebben kunnen zich vaak lastig ontwikkelen, doordat hun eigen brein dit tegenwerkt. Dit melden neurowetenschappers Cian McEnroe en David Rock in een artikel in de Harvard Business Review.

Cian McEnroe en David Rock (beiden verbonden aan het Neuroleadership Institute in Wales) stellen in een artikel in Harvard Business Review dat leiders moeten uitblinken in drie zaken: toekomstgericht zijn, goed met mensen omgaan en realistische resultaten behalen.

Onze hersenen kunnen de ontwikkeling van deze vaardigheden evenwel ondermijnen. Zo hebben de hersenen een afstandsbias, wat betekent dat ze meer waarde hechten aan wat dichtbij is, dan aan wat ver weg is. Dit maakt het moeilijk voor leiders om toekomstgericht te zijn, omdat ze geneigd zijn om zich te concentreren op de korte termijn en de dagelijkse problemen, in plaats van op de lange termijn en de strategische visie.

Ook zijn de hersenen doelgericht, wat betekent dat ze zich richten op het bereiken van doelen en het vermijden van bedreigingen. Hierdoor kunnen leiders soms vergeten om rekening te houden met de behoeften en gevoelens van hun medewerkers. Ze kunnen ook onbewust vooroordelen hebben over mensen die anders zijn dan zij of die hun doelen in gevaar brengen.

Tot slot zijn de hersenen vatbaar voor machtsoptimisme, wat betekent dat ze overschatten hoeveel invloed en controle ze hebben over de situatie. Dit kan leiden tot onrealistische resultaten, omdat leiders te veel vertrouwen hebben in hun eigen oordeel en capaciteiten. Ze kunnen ook blind zijn voor de risico’s en uitdagingen die ze tegenkomen, of de feedback en input van anderen negeren.

3 tips

De auteurs geven 3 tips om deze neigingen te bestrijden:

  1.  Om toekomstgericht te zijn, moeten leiders tijd blokkeren voor toekomstplanning en zichzelf dwingen om verder te kijken dan de huidige situatie. Ze moeten ook hun aandacht richten op de belangrijkste doelen en prioriteiten, en niet afgeleid worden door minder urgente zaken.
  2. Om correct met mensen om te gaan, moeten leiders signalen van zorg sturen naar hun medewerkers, zoals empathie tonen, waardering uitspreken en feedback geven. Ze moeten ook hun eigen emoties reguleren en niet toegeven aan impulsieve reacties of negatieve vooroordelen.
  3. Om realistische resultaten te behalen, moeten leiders andere perspectieven zoeken om hun eigen aannames en verwachtingen te toetsen. Ze moeten ook openstaan voor kritiek en leren van hun fouten en bovendien hun macht delen met anderen en niet misbruiken voor persoonlijk gewin.

Lees het artikel van Cian McEnroe en David Rock in Harvard Business Review.