Internetondernemer Klöpping over impact AI: “Ik schommel van grote paniek tot grote vreugde”
Door Marjolein van Trigt
Ethan Mollick’s boek ‘Co-intelligentie: Slimmer werken met AI’ dient als een praktische gids voor iedereen die kunstmatige intelligentie beter wil benutten. In Nederland wordt het uitgebracht door internetondernemer Alexander Klöpping, die vindt dat het gebruik van AI een vereiste zou moeten zijn voor bestuurders.
“Op dit moment is AI een soort knipperende cursor in MS DOS, terwijl wij gewend zijn geraakt aan apps”
Drie nachten zonder slaap. Volgens de Amerikaanse hoogleraar management Ethan Mollick is dat de tol die je betaalt wanneer je de implicaties van AI ten volle bevat.
“Het begint tot je door te dringen dat je met iets nieuws, iets heel vreemdsoortigs te maken hebt, en dat alles op het punt staat te veranderen,” schrijft hij in ‘Co-intelligentie: Slimmer werken met AI’. Het boek beschrijft zijn zoektocht naar de (on)mogelijkheden van AI. In Nederland wordt het uitgegeven door POM.press.
Keuze voor boek
“Mollick publiceert regelmatig op Substack over interessant AI-onderzoek. Hij schreef bijvoorbeeld over de keer dat AI op Reddit probeerde om liefhebbers van tuinieren persoonsgegevens te ontfutselen (‘Is het in jouw woonplaats nu goed weer om te tuinieren?’) en over een chatbot die in staat is om mensen van complottheorieën af te praten.”
“Hij geeft les en heeft dus direct te maken met de consequenties van ChatGPT in het onderwijs. Toen hij aankondigde een boek te schrijven om de balans op te maken over zijn ervaringen met AI, waren wij direct geïnteresseerd.”
Vier regels
Uit zijn zoektocht en experimenten destilleert Mollick vier regels voor de omgang met AI-toepassingen.
Principe 1: Nodig AI altijd aan tafel
Of je nu een communicatieplan opstelt rondom de nieuwe omgevingsapp van de gemeente, of een titel zoekt voor een congres over het sociaal domein, je kunt AI altijd om raad vragen. Ook als het resultaat waardeloos is, zet het je misschien wel op het spoor van een beter plan of een betere titel.
Waar organisaties terecht huiverig zijn om technologische ontwikkelingen direct te omarmen, heb je als individu een voorsprong om er op los te experimenteren. In de woorden van Mollick: ‘[Innovatie] is duur voor organisaties en bedrijven, maar goedkoop voor individuen die hun werk doen.’
“Ik schommel tussen grote paniek en grote vreugde over de implicaties van AI”
In het voorwoord van de Nederlandse uitgave onderschrijft Klöpping dat je als individu het momentum zou moeten pakken: ‘Om grip te krijgen en te doorgronden hoe AI je werk en leven gaat veranderen in de komende twee jaar, moet je vandaag beginnen met het dagelijks gebruiken van AI.’
“Ik schommel tussen grote paniek en grote vreugde over de implicaties van AI. Hoewel ik bekendsta als een techoptimist, voel ik beide kanten als het om AI gaat. Ik kijk hoe het publieke debat verloopt en neem dan graag het standpunt in dat volgens mij op dat moment nodig is.”
Niet te vergelijken
Dat standpunt luidt op dit moment dat we van beslissers en leiders mogen verwachten dat ze méér doen om aan den lijve te ondervinden hoe snel de technologische vooruitgang op dit moment gaat.
“Alleen door AI dagelijks te gebruiken kunnen ze de nodige stappen zetten om zich voor te bereiden op de fundamentele veranderingen die AI zal brengen in onze samenleving, economie en persoonlijke levens,” aldus Klöpping. “Het is zinloos om over AI te praten als je het niet op een individueel niveau doorvoelt. Het is niet te vergelijken met andere technologische ontwikkelingen.”
Wrapper apps
Op organisatorisch niveau is de wil er bij gemeenten wel, maar ontbreekt het vaak nog aan kennis en know-how. Uit recent onderzoek van Binnenlands Bestuur en de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) blijkt dat alle gemeenten meer willen doen met AI, maar dat 60 procent nog moet onderzoeken waar het precies meerwaarde kan bieden.
“Ik kan me dat wel voorstellen,” zegt Klöpping. “AI is een pr-hit: iedere organisatie heeft oren naar efficiëntiewinst. Maar op dit moment is AI een soort knipperende cursor in MS DOS, terwijl wij gewend zijn geraakt aan apps. Er is heel veel mogelijk, maar je moet zelf bedenken wat je ermee kan.”
Het wachten is volgens hem op toepassingen die ict-ontwikkelaars wrapper apps noemen: tools die de mogelijkheden van AI in een gebruiksvriendelijk kant-en-klaar-jasje gieten voor een organisatie of sector. Bijvoorbeeld een app die je een foto van de inhoud van je koelkast kunt sturen en die jou dan suggesties doet voor wat je vanavond kunt eten, inclusief recepten. Klöpping: “Dat kan ChatGPT allemaal ook al, maar wie weet dat?”
Human-in-the-loop
Principe 2: Blijf de human-in-the-loop
Het angstbeeld van werken met AI is dat niemand betrokken blijft bij de inhoud: een ambtenaar laat AI een rapport opstellen, scrolt er zo’n beetje doorheen en mailt het naar zijn collega’s. Die vragen AI om een samenvatting van het rapport, lezen dat met een schuin oog en laten AI een mailtje met een reactie opstellen.
Een overtrokken idee? Hopelijk wel, maar Mollick geeft genoeg voorbeelden waaruit blijkt dat gebruikers de output van AI vaak klakkeloos overnemen. Dat is gevaarlijk, want AI ‘weet’ feitelijk niks en is geneigd om willens en wetens een antwoord te fabriceren. ‘Omdat LLM’s tekstvoorspellingsmachines zijn, zijn ze erg goed in het raden van plausibele, en vaak net niet kloppende antwoorden die erg bevredigend aanvoelen,’ aldus het boek.
Stel je je AI-assistent voor als een onvoorstelbaar snelle stagiair die jou graag wil behagen, maar het niet zo nauw neemt met de waarheid
Het idee van co-intelligentie is juist dat je samen met een AI werkt aan een resultaat dat beter is dan wat jullie afzonderlijk voor elkaar zouden krijgen. Klöpping ziet een taak voor overheden weggelegd om te zorgen dat het angstbeeld geen werkelijkheid wordt. “Je kunt van leveranciers eisen dat er mechanismen zijn ingebakken in AI-toepassingen, waardoor de human-in-de-loop behouden blijft.”
Persona
Principe 3: Behandel AI als een mens (maar zeg haar wat ze is)
Hadden we niet net geleerd dat we AI nooit mogen antromorfiseren (menselijke trekjes toekennen)? Klopt, maar voor de output is het wel nuttig om je een voorstelling te maken van je AI-medewerker, aldus Mollick.
Dat is ‘een onvoorstelbaar snelle stagiair die jou graag wil behagen, maar het niet zo nauw neemt met de waarheid’. Hij raadt aan om de AI-assistent persona mee te geven als je een opdracht geeft. Bijvoorbeeld: ‘Je bent journalist en je interviewt uitgever Alexander Klöpping over het boek ‘Co-intelligentie’ van Ethan Mollick. Bedenk tien interviewvragen.’
Van Pac-Man naar PS 6s
Principe 4: Ga ervan uit dat dit de slechtste AI is die je ooit zult gebruiken
‘We spelen Pac-Man in een wereld die binnenkort PlayStation 6s heeft’ belooft Mollick. Als je de beperkingen van AI ziet als iets van voorbijgaande aard, kun je bevatten dat veel dingen die ooit aan mensen voorbehouden leken, in de toekomst door AI gedaan kunnen worden.
Aan de ene kant is dat in het verleden regelmatig het geval geweest (niemand geloofde bijvoorbeeld dat AI een mens zou kunnen verslaan in het spel Go, zoals in 2016 gebeurde), aan de andere kant zijn er ook genoeg AI-experts die stellen dat de beperkingen van AI inherent zijn aan AI en dat we tegen de grenzen ervan aanlopen.
Mollick kiest er in het boek voor om alle opties open te houden. Hij houdt zelfs rekening met de mogelijkheid dat het zal lukken om AGI te ontwikkelen, ‘algemene kunstmatige intelligentie’ waarmee de computer de mens op alle manieren voorbij streeft.
Scenarioplanning
Ook overheden zouden alle mogelijkheden serieus moeten nemen, stelt Klöpping. “De overheid moet aan scenarioplanning gaan doen. Verken wat de verschillende scenario’s zijn; van de mogelijkheid dat de ontwikkeling van AI nu ongeveer stokt, tot de mogelijkheid dat AI zo intelligent wordt dat mensen het niet meer kunnen bijbenen.”
“Het is heel goed mogelijk dat een sector als de Zuidas over een paar jaar is weggevaagd. Hoeveel onrust zal het veroorzaken in de samenleving als mensen op grote schaal hun baan kwijtraken? Daarover zou ik me als overheid serieus zorgen maken. Ik benijd beleidsmakers niet.”
Bron: Binnenlands Bestuur