Jonge mannen werken steeds minder in mannenvakken

Jonge mannen werken steeds minder in mannenvakken
Het aandeel jonge mannen dat werkt is sinds de financiële crisis van 2008 afgenomen. De daling is 5 procent in tien jaar, ongeveer 100.000 mensen. Meer mannen tussen 25 en 44 jaar hebben een uitkering. Verder speelt mee dat mannen langer zijn gaan doorleren.

Dit meldt het Centraal Planbureau (CPB) in een studie. Het verschijnsel komt vooral doordat er minder werk is in sectoren waar van oudsher mannen actief zijn zoals de bouw, de industrie of de zakelijke dienstverlening. Daarnaast speelt de nasleep van de financiële crisis mee, 

De arbeidsparticipatie van jonge mannen nam vooral tussen 2008 en 2014 sterk af. Na het aantrekken van de economie nam het aandeel werkende jonge mannen weer wat toe, maar keerde niet terug tot het niveau van voor de financiële crisis. 

Wat volgens het CPB opvalt is dat met name alleenstaande mannen minder zijn gaan werken. Het argument dat mannen meer voor de kinderen zijn gaan zorgen speelt volgens het CPB maar een “beperkte rol” in de afname.

Het CPB gaat ervan uit dat de dalende arbeidsparticipatie van mannen in de toekomst zal doorzetten. Maar het tempo zal daarbij wel minder sterk zijn dan in de periode 2008-2018.

Het CPB hoopt vervolgonderzoek te kunnen doen. Daaruit kan mogelijk meer duidelijkheid worden verkregen over de ‘na-ijleffecten” van de financiële crisis.

Ook kan het CPB kijken welke invloed automatisering heeft op de arbeidsparticipatie. Verder zou in andere landen kunnen worden gekeken naar het effect van bijvoorbeeld crisisbeleid. Daarbij zou vervolgonderzoek zich niet alleen op jonge mannen moeten richten, maar ook op jonge vrouwen, omdat daar ook sprake is van een kentering.

(ANP)