Ouderschapsverlof deels betaald vanaf augustus 2022
Nu al kunnen ouders 26 weken ouderschapsverlof opnemen in de eerste acht levensjaren van hun kind. Dat verlof is in principe onbetaald, tenzij werkgever en werknemers daar binnen hun bedrijf of cao andere afspraken over maken. Daardoor kan niet iedereen het zich veroorloven gebruik te maken van het verlof: slechts een derde van de ouders neemt ouderschapsverlof op. Daarom heeft het kabinet besloten om de eerste negen van de 26 weken ouderschapsverlof te gaan betalen. Ouders krijgen straks van UWV een uitkering ter hoogte van vijftig procent van hun dagloon, tot vijftig procent van het maximum dagloon. De regeling gaat op 2 augustus 2022 in. UWV en bedrijven hebben daardoor tijd om zich voor te bereiden.
Een belangrijk element is dat de eerste negen weken alleen worden betaald als deze in het eerste levensjaar van het kind worden opgenomen. Daarmee krijgen gezinnen meer tijd om te wennen aan de nieuwe situatie en om samen bewust keuzes te maken over de verdeling van werken en zorgen. Verlof dat niet in het eerste jaar is opgenomen kan worden toegevoegd aan de 17 weken onbetaald verlof. Deze kunnen nog steeds tot de 8e verjaardag van het kind worden opgenomen, maar dus zonder betaling. Het blijft mogelijk voor werkgevers en werknemers om daar aanvullende afspraken over te maken.
De invoering van betaald ouderschapsverlof volgt op de invoering van extra geboorteverlof voor partners. Sinds 1 januari 2019 krijgen partners geen twee, maar vijf werkdagen vrij direct na de geboorte van hun kind. Vanaf 1 juli 2020 krijgen zij nog eens vijf weken betaald verlof in de eerste zes maanden van een baby. Daarmee krijgen partners van moeders in het eerste levensjaar van het kind in totaal vijftien weken betaald verlof. Moeders hebben ook recht op deze negen weken betaald ouderschapsverlof, naast het bestaande zwangerschaps- en bevallingsverlof. Het kabinet geeft met deze besluiten ook invulling aan de Europese richtlijn over de werk-privébalans.