Salariskloof groeit vooral onder vrouwen jonger dan 36 jaar
Werkende Nederlandse vrouwen verdienen gemiddeld 33.750 euro per jaar. Dat is ruim 5.000 euro minder dan hun mannelijke collega’s. Hoe hoger de genoten opleiding, hoe groter het onderlinge verschil. binnen de juridische sector en bij financiële instellingen is de loonkloof het grootst.
Dat blijkt uit het Nationaal Salaris Onderzoek 2019 van Intermediair in samenwerking met Nyenrode Business Universiteit onder bijna 44.000 respondenten.
Het salarisverschil ten opzichte van mannen kan voor Nederlandse vrouwen met een wo-diploma zelfs oplopen tot 12.000 euro. Bij een hbo-diploma is dat ruim 8.000 euro. In vergelijking met 2017 heeft de salarisontwikkeling vooral een negatieve weerslag op vrouwen onder de 36 jaar. Voor hen is het effect op het jaarsalaris, ten opzichte van mannen, negatief: namelijk -6,4% in 2019. In 2017 was dit effect voor vrouwen -4,9%.
Olga Kleinlooh, marketeer Intermediair: “Bepaalde sectoren kampen met personeelstekorten, wat vaak een positieve ontwikkeling heeft op het salarisperspectief van sollicitanten. Maar dit zien we nauwelijks terug bij vrouwen. Zij krijgen nog altijd minder betaald. Puur het feit dat je een vrouw bent, zorgt er al voor dat je minder verdient. Om goede vrouwelijke werknemers aan je bedrijf te binden, zijn ongelijke lonen iets wat een werkgever zich vandaag de dag niet meer kan én mag permitteren.”
Vrouwen werken bijna 3 weken per jaar gratis
Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen weliswaar gemiddeld een contract hebben voor een 32-urige werkweek, maar dat zij in de praktijk gemiddeld zo’n 2 uur per week meer werken. Op jaarbasis komt dit uit op 88 uur, wat betekent dat vrouwen in totaal bijna 3 weken ‘gratis’ werken. Bij mannen is het aantal contracturen en daadwerkelijk gewerkte uren gelijk. Als het aankomt op professionele langetermijninvesteringen zoals opleidingen of cursussen voor het vergroten van vaardigheden, zijn vrouwen standvastiger dan mannen. Van de werkenden die afgelopen twee jaar met succes een opleiding hebben afgerond, was 52 procent vrouw en 48 procent man. Van degenen die in deze periode vroegtijdig stopten met een cursus is 60 procent man en 40 procent vrouw.
Jaap van Muijen, hoogleraar psychologie aan Nyenrode Business Universiteit: “Op de ambitie van vrouwen om zich te ontwikkelen en daarvoor hard te werken, wordt te weinig ingesprongen vanuit de markt. Uit ons onderzoek komt naar voren dat vrouwen dit zelf ook zo voelen. Zij ervaren dat zij meer werk moeten verzetten dan mannen voor dezelfde waardering en beloning. Dat en het feit dat vrouwen onvoldoende managementposities bekleden, zorgt voor een neerwaartse spiraal. Daardoor kunnen zij zich terecht gaan afvragen waar ze het precies voor doen. Daardoor maken zij wellicht bewust de keuze om meer aandacht aan het privéleven te schenken, wat de uiteindelijke kloof juist weer vergroot.”
Nederlanders hebben liever een mannelijke leidinggevende
Het aantal leidinggevende Nederlanders is ten opzichte van twee jaar geleden gegroeid (29% t.o.v. 25% in 2017). Wel bekleden mannen (35%) nog steeds vaker een leidinggevende functie dan vrouwen (22%). Vooruitkijkend op hun carrière schatten mannen hun groeikansen dan ook hoger in dan vrouwen. Zij verwachten in de meeste branches promotie te kunnen maken. Vrouwen verwachten minder snel hogerop te kunnen komen: 43 procent schat haar groeikansen in alle branches laag in. De meeste kans denken zij te maken in de energie- en uitzendbranche.
Gevraagd welke sekse werkende Nederlanders het liefst hebben als leidinggevende, heeft twee op de drie geen directe voorkeur. Werkenden die wél een voorkeur hebben, geven aan liever een man (16%) als leidinggevende te hebben dan een vrouwelijke manager (5%). Van Muijen: “Van gelijke kansen voor een positie aan de top is nog lang geen sprake. Er is nog altijd een flink aantal werkenden dat een duidelijke voorkeur heeft voor een mannelijke leidinggevende. Om meer vrouwen aan de top te krijgen, en meer gelijkwaardigheid te creëren, moeten organisaties meer vrouwen in het middenmanagement aanstellen. Uit ons onderzoek is namelijk gebleken dat bij Nederlanders die momenteel een vrouwelijke leidinggevende hebben, de voorkeur voor een vrouwelijke manager ook toeneemt.”