SCP: scholing van werkenden stagneert

Het doel van de overheid om burgers werk, zorg en leren te laten combineren verloopt moeizaam.

In het vandaag verschenen rapport “Aanbod van arbeid 2016” beschrijven SCP-onderzoekers de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor werkenden en niet-werkenden.
De overheid vraagt van de burger meer te werken, meer te zorgen en meer te leren. De overheid wil dat de arbeidsdeelname toeneemt, dat burgers meer zorgen voor hun naasten, en dat werkenden blijven leren om “duurzaam inzetbaar” te zijn tot aan hun pensioen. 
Scholing van werkenden nam niet toe 
Het aandeel mensen met betaald werk steeg de afgelopen decennia sterk, al daalde het na 2010 weer iets door de economische crisis. Ook steeg het aandeel werkenden die de zorg voor naasten op zich nemen (mantelzorg) van 12% in 2004 tot 18% in 2014. Scholing van werkenden nam echter niet toe. 
In de periode 2004-2014 lag het aandeel werkenden dat een cursus of scholing volgt steeds rond de 40%. Dit komt niet overeen met het belang dat de overheid hecht aan een toename van scholing voor de duurzame inzetbaarheid van werkenden.
Informeel leren vult formele scholing niet aan
Groepen die weinig formele scholing ontvangen (middels opleiding en cursussen) compenseren dit niet door meer informeel leren, zoals kennis en ervaring opdoen op de werkplek. De mensen die een cursus volgen, zijn juist ook degenen die veel informeel leren. 
De resultaten over werken, zorgen en leren laten zien dat de combinatie niet voor iedereen makkelijk te bereiken is. Kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, zoals ouderen, lager-opgeleiden en flexwerkers krijgen relatief weinig scholing. 
Minder toegang tot flexibele werkvormen 
Ook hebben flexwerkers, deeltijders, en lager-opgeleiden minder toegang tot flexibele werkvormen, zoals thuiswerken. Voor hen lijkt werken, zorgen en leren op een flexibele arbeidsmarkt vooralsnog een moeilijk te realiseren ideaal.
Enkele conclusies uit de SCP-publicatie: 
  • Nederlanders werken meer, zorgen meer, maar scholing blijft constant. De combinatie werken, zorgen en leren is niet voor iedereen goed te doen.
  • Een op de vijf werkenden met een zorgtaak (kindzorg of mantelzorg) ervaart combinatiedruk. Zelfstandigen ervaren meer combinatiedruk dan werknemers.
  • Laagopgeleiden en mensen met een flexibel arbeidscontract volgen minder scholing. Zij hebben ook minder toegang tot flexibele werkvormen, zoals thuiswerken.
  • Ook oudere werknemers volgen relatief weinig scholing. Het verlenen van mantelzorg neemt juist toe met de leeftijd. Veel ouderen willen eerder met pensioen (rond 61 jaar) dan de pensioengerechtigde leeftijd.
  • Groepen die weinig formele scholing ontvangen (zoals een cursus of opleiding) compenseren dit niet door meer informeel leren (bijleren door het werk te doen).
  • Thuiswerken neemt toe. Het thuis afmaken van (over)werk is de belangrijkste reden voor thuiswerk, niet het combineren werk en zorg.