Segregatie op de werkvloer neemt toe, terwijl topverdieners steeds vaker samen werken
Het onderzoek toont aan dat de kloof tussen inkomensgroepen niet alleen in Nederland, maar in veel ontwikkelde landen steeds meer toeneemt, zo staat in een artikel van de RUG. Socioloog Zoltán Lippényi, die mede-auteur is van het onderzoek, merkt op dat de samenstelling van werkplekken in de afgelopen decennia aanzienlijk is veranderd. “In 2006 werkte de top 10 procent van de best verdienende werknemers in Nederland in bedrijven waar ongeveer 25 procent van hun collega’s een vergelijkbaar inkomen had. In 2020 was dat percentage gestegen naar bijna 30 procent”, aldus Lippényi.
De kloof tussen topinkomens en lagere inkomensgroepen neemt eveneens verder toe. In 2006 werkte de top 1 procent van de best verdienende werknemers nog in bedrijven waar 40 procent van de medewerkers tot de middeninkomens behoorde, maar dit percentage was in 2020 gedaald naar slechts 35 procent.
Sociale cohesie
Volgens de onderzoekers is deze trend het resultaat van drie met elkaar samenhangende factoren: de afname van industriële banen, de herstructurering van werkplekken en de snelle opkomst van digitalisering. Deze ontwikkelingen hebben niet alleen de arbeidsmarkt ingrijpend veranderd, maar ook bredere maatschappelijke gevolgen die verder reiken dan alleen de werkvloer.
Hoewel de toenemende inkomensscheiding op de korte termijn wellicht niet meteen zichtbaar is, waarschuwen de onderzoekers voor de mogelijke lange termijngevolgen. Ze stellen dat de groeiende scheiding tussen inkomensgroepen op de werkvloer het gevoel van uitsluiting onder lager betaalde werknemers kan versterken, wat de sociale cohesie ernstig kan ondermijnen en de ongelijkheid in kansen verder kan vergroten.