Sterk verband goed HR-beleid en data-gedreven besluitvorming
Terwijl er enerzijds steeds meer data beschikbaar zijn, zetten bedrijven die lang niet altijd in om tot strategische en operationele beslissingen te komen. Dat geldt wel voor bedrijven die met name ook investeren in het aantrekken, ontwikkelen en behouden van talent.
Tot die conclusie komen economen van Rabobank na 1708 leidinggevenden van Nederlandse bedrijven te hebben ondervraagd. Sjoerd Hardeman, senior-econoom van RaboResearch, over het onderzoek dat hij samen met Jesse Groenewegen afrondde: “De resultaten geven aan dat er tussen sectoren onderling geen grote verschillen bestaan. Industrie versus handel versus dienstverlening. Qua acceptatie van data zijn die branches vergelijkbaar.”
Human capital
Maar als het om Data Driven Decisionmaking (DDD) gaat, is er tussen grote en kleinere bedrijven wel een duidelijk onderscheid. Uit een regressieanalyse van RaboResearch komt naar voren dat de groten meer data-gedreven werken dan de kleineren. Ook wanneer rekening wordt gehouden met de kwaliteit van managementpraktijken en het aanwezige human capital, blijft die verhouding staan.
“Verklaring voor de relatie tussen omvang en datagebruik is dat grote bedrijven meer van de benodigde kennis, de middelen en de mensen in huis hebben om DDD in de praktijk te brengen”, aldus Hardeman. “Een andere uitleg is dat data-inzet voor kleine bedrijven minder noodzakelijk kan zijn. Daar is het immers eenvoudiger voor leidinggevenden om alle werkprocessen te monitoren zonder gebruik te maken van systematisch verzamelde data en data-analyses.”
Prestatiemanagement
In het Rabobank-onderzoek is afzonderlijk gekeken naar doelmanagement, prestatiemanagement en personeelsmanagement. Het feit dat de managementkwaliteiten van bedrijven samenhangen met de mate van DDD-inzet suggereert volgens de onderzoekers dat data-gedreven besluitvorming niet zonder goede managementpraktijken kan.
In dat licht is het opvallend dat Nederland niet tot de absolute top behoort waar het gaat om managementkwaliteit. Achter koplopers als Zweden, Duitsland, Japan en de Verenigde Staten. En nog maar net boven matig scorende landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De kwaliteit van managementpraktijken hangt voor een belangrijk deel samen met het al dan niet adopteren van Data Driven Decisionmaking, ook wanneer rekening wordt gehouden met de omvang van bedrijven.
Doorstroommogelijkheden?
“DDD hangt vooral ook samen met de kwaliteit van HR-management bij bedrijven”, concludeert senior-econoom van RaboResearch Sjoerd Hardeman. “Opvallend is dat Nederlandse bedrijven van alle management-dimensies hier het minst goed op scoren. Leg je wel genoeg nadruk op het belang van het aantrekken van talent?
“Zorg je ervoor dat mensen terecht komen op plekken in het bedrijf waar ze dat talent kunnen gebruiken en verder kunnen ontwikkelen? Zijn er wel genoeg doorstroommogelijkheden? Dat alles is in Nederland niet geweldig op orde, zo kunnen we uit ons onderzoek concluderen.”
Uitgerekend bedrijven waar managers het hardste klagen over schaarste aan hooggekwalificeerde medewerkers doen niet hun uiterste best om die schaarse talenten ook daadwerkelijk aan te trekken, zo wordt geconcludeerd. “Er ligt een probleem bij personeelsmanagement”, zegt Hardeman.
Sterkste verband met data gedreven besluitvorming
“Aanrader kan zijn om mensen die binnen het bedrijf een talent aandragen te belonen. Goed personeelsmanagement – gedefinieerd als het aantrekken, ontwikkelen en behouden van talent – heeft het sterkste verband met Data Driven Decisionmaking. Wat weer impliceert dat omarming van DDD voor een groot deel afhangt van hoe het bedrijf interne processen inricht om het maximale uit zijn werknemers te halen,” aldus de econoom.
Conclusie van de onderzoekers: het zijn vooral bedrijven die met de hulp van goed personeelsmanagement het beste uit hun medewerkers trachten te filteren die data-gedreven besluitvorming adopteren. Sjoerd Hardeman: “En om meer uit hun data te halen, doen bedrijven er goed aan ook meer aandacht te besteden aan met name personeelsmanagement.”