Taakverdeling vaders en moeders verandert door coronacrisis

De coronacrisis heeft een groot effect op de werk- en thuissituatie van Nederlandse gezinnen met kinderen.

Voor moeders veranderde er gemiddeld meer dan voor vaders. Moeders hebben minder vrije tijd dan vaders, ervaren meer werkdruk en nemen nog altijd meer huishoudelijke en zorgtaken op zich, schrijft de Universiteit Utrecht. 

Dit blijkt uit onderzoek van sociologen Mara Yerkes  externe linken Chantal Remery  externe link, (Universiteit Utrecht) dat zij samen met onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de Radboud Universiteit hebben gedaan.

Verdeling van huishoudelijke en zorgtaken 

De onderzoekers hebben in hun studie de arbeids- en zorgverdeling van 863 Nederlandse respondenten onderzocht in gezinnen met minstens één werkende ouder en één of meer thuiswonende kinderen jonger dan 18 jaar. Het blijkt dat vaders sinds de coronacrisis meer huishoudelijke en zorgtaken op zich nemen. Ruim een vijfde (22%) van de vaders is meer dan voorheen voor de kinderen gaan zorgen. 

Wel is het zo dat moeders het overgrote deel van de zorg- en huishoudelijke taken blijven doen. Dit ondanks het feit dat zij in deze tijd vaker in cruciale beroepen werken en daardoor ook meer buitenshuis werken. Socioloog en hoofdonderzoeker Mara Yerkes (Universiteit Utrecht): “Deze bevindingen zijn zorgelijk voor de maatschappelijke en economische positie van moeders.” 

“Moeders die meer zorgtaken op zich nemen werken bijna altijd minder en zijn daarom vaker economisch afhankelijk van een partner. Zorgelijk is bovendien dat de weerslag van de lockdown vooral zichtbaar is bij moeders.”  

Kostwinner

Yerkes ziet echter ook positieve ontwikkelingen. De toename in zorgtaken door sommige vaders biedt kansen voor verdere emancipatie van zowel moeders als vaders. “Deze laatste groep worstelt nog altijd met de maatschappelijke verwachtingen om kostwinner te zijn voor het gezin. Door de coronacrisis krijgen zij nu de kans om deze verwachtingen uit te dagen en meer zorgtaken op zich te nemen,” aldus Yerkes.

Meer dan de helft van de ondervraagde ouders werkte vanaf de maand april vanuit huis en bijna alle respondenten gaven aan dat hun kind(eren) thuis zat(en). Er is een duidelijke tweedeling in thuiswerken. Onder de thuiswerkers zijn veel hoogopgeleide ouders en ouders werkzaam in de publieke sector. 

Cruciale beroepen

“Deze ongelijke verdeling kan belangrijke gevolgen hebben voor de verdere invulling van de anderhalvemetersamenleving,” merkt Yerkes op. “Ouders met cruciale beroepen (vooral moeders) en ouders met een mbo-diploma of lager werken juist vaker buitenshuis. 

Voor deze ouders geldt dat zij mogelijk een hoger risico lopen op besmetting, bijvoorbeeld door het hebben van een cruciaal contactberoep, het vaker gebruikmaken van het openbaar vervoer, of contact met anderen op de werkvloer,” stelt Yerkes.

De ondervraagde ouders gaven ook aan vaker in weekenden of avonden te werken. Vooral moeders passen hun werktijden vaker aan in de coronacrisis, blijkt uit het onderzoek. Moeders ervaren, meer dan vaders, een stijging in de werkdruk en leveren massaal in op vrije tijd.

Vaker onenigheid

De impact op werkende ouders is groot. Velen ervaren meer werkdruk (35%), hebben minder vrije tijd (48%), hebben vaker onenigheid met elkaar over de zorg voor kinderen (51%), en ervaren over het algemeen minder dat hun werk en privéleven in balans is. De impact op moeders is nóg groter. 

Zij ervaren, meer dan vaders, een stijging in de werkdruk en leveren massaal in op vrije tijd. De werkdruk is het hoogst in gezinnen waar alle ouders in een cruciaal beroep werken. Vaak gaat het gelukkig ook goed, want een deel van de ouders ervaart geen toename in werkdruk en ook geen toename in onenigheid met de partner.