Zieke ontslaan wordt goedkoper

Langdurig zieke medewerkers ontslaan werd met de transitievergoeding een stuk moeilijker. De overheid gaat dit compenseren.

Werkgevers worden vanaf 2020 gecompenseerd voor de transitievergoeding die zij moeten betalen bij het ontslag van langdurig zieke werknemers. De Tweede Kamer stemde 5 juli in met dit wetsvoorstel van minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Wie recht heeft op een transitievergoeding, krijgt deze ook na een langdurige ziekteperiode. Voor de wet is iedereen immers gelijk. Maar door werkgevers wordt de optelsom van financiële verplichtingen als zwaar en onredelijk ervaren. 

‘Slapend dienstverband’

Daardoor bedachten werkgevers de afgelopen jaren allerlei creatieve methoden om de transitievergoeding te ontduiken, waaronder het ‘slapend dienstverband’, waarbij zieke medewerkers in dienst werden gehouden, maar geen ontslagvergoeding kregen. Het kabinet wil het aantrekkelijker maken om mensen aan te nemen en haalt daarom deze ‘scherpe rand’ van de transitievergoeding af.

Werkgevers worden daarom gecompenseerd voor de vergoeding die betaald wordt na het ontslag van een langdurig zieke werknemer. Deze compensatie komt uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier staat een verhoging van de uniforme Awf-premie tegenover.

Cao-partijen mogen afwijken

Ook krijgen cao-partijen meer ruimte om af te wijken van de transitievergoeding die verschuldigd is bij ontslag om bedrijfseconomische redenen. Wel moet de cao voorzien in een redelijke financiële vergoeding of in voorzieningen die de kans op nieuw werk vergroten.