Werkgevers vragen bij SZW werktijdverkorting om coronavirus

Nu het coronavirus officieel een buitengewone omstandigheid is voor werktijdverkorting regent het aanvragen bij het ministerie.

Sinds vorige week hebben honderden bedrijven bij het ministerie van SZW een aanvraag ingediend voor een tijdelijke WW-uitkering voor hun werknemers. Het ministerie van SZW heeft dit mogelijk gemaakt voor bedrijven die getroffen worden door de gevolgen van het Coronavirus. 

De vergunning wordt voor perioden van steeds 6 weken toegekend, voor in totaal maximaal 24 weken. Een verzoek tot werktijdverkorting komt voor toewijzing in aanmerking als er sprake is van een bijzondere situatie van overmacht en als gevolg daarvan verminderde bedrijvigheid. 

Bijzondere situatie van overmacht 

Als er minder werk is, kunnen werkgevers in bepaalde situaties van overmacht de werktijd van hun werknemers verkorten. Het gaat om buitengewone omstandigheden die niet tot het normale ondernemersrisico behoren, zoals – in dit geval – een epidemie waardoor werknemers tijdelijk niet of minder kunnen worden ingezet. 

Verminderde bedrijvigheid 

In aanmerking komen werkgevers die getroffen zijn door een bijzondere situatie die niet onder het normale ondernemersrisico valt, waarbij er in een periode van minimaal 2 tot maximaal 24 weken minstens 20% minder werk is als direct gevolg van de bijzondere omstandigheid (in dit geval dus het Coronavirus). 

Geen ontheffing wordt verleend:
• over perioden voorafgaand aan de datum waarop de aanvraag voor ontheffing is ontvangen
• voor zover het personeelsbestand van de onderneming niet op de voor de betrokken onderneming redelijkerwijs te verwachten behoefte is afgestemd
• als de vermindering van werkzaamheden samenhangt met een werkstaking in de betreffende of in een andere onderneming, tenzij redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de werkstaking door het verlenen van de ontheffing zal worden beïnvloed. 

Periode werktijdverkorting 

De periode van vermindering van bedrijvigheid dient dus ten minste 2 en maximaal 24 kalenderweken in beslag te nemen om voor werktijdverkorting in aanmerking te komen. Als de vermindering van bedrijvigheid naar verwachting langer duurt dan 24 weken, zal geen ontheffing worden verleend. 

Werktijdverkorting kan u alleen aanvragen voor werknemers waarvoor u een loondoorbetalingsverplichting heeft. Voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten kunt u geen WTV aanvragen. 

Werktijdverkorting aanvragen 

Een ontheffing voor werktijdverkorting kunt u uitsluitend aanvragen met het digitale formulier op de site van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Verzoeken die op een andere wijze worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. Als bijlage moet u een lijst met medewerkers toevoegen. Ook dit formulier vindt u op de website van het ministerie. 

WW-uitkering voor personeel aanvragen 

U meldt de ontvangst van de vergunning voor werktijdverkorting direct bij het UWV. Na afloop van de vergunning kunt u een WW-uitkering voor uw personeel aanvragen bij het UWV. Als uw werknemers aan de voorwaarden voldoen, maakt het UWV de WW-uitkeringen aan u over.

Uw werknemers blijven gewoon bij u in dienst. Meestal merken zij financieel dus weinig van de werktijdverkorting: zij ontvangen gewoon hun loon. Gedurende de vergunningsperiode betaalt u het loon aan uw werknemer dus door. 

Let op: voor zieke werknemers kunt u geen WW aanvragen. Voor hun geldt de normale loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. 

Vergunningsperiode en aanvraag verlenging 

De vergunning wordt afgegeven voor een periode van maximaal 6 weken. Is er na afloop van de vergunning nog geen sprake van verbetering? Dan kan verlenging van de vergunning aangevraagd worden. De werktijdverkorting mag in totaal maximaal 24 weken duren.