Zorg of uitdaging: hoe werken we in de digitale toekomst?
Wie denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen met de digitalisering op de werkvloer, wordt wellicht nooit wakker. In 2040 is artificial intelligence (AI) zo ontwikkeld dat het technologie in staat stelt om een werkelijkheid na te bootsen die de mens niet van echt kan onderscheiden. Dan is de stap nog maar klein naar het niveau waarop de technologie het menselijk vernuft overtreft en het maatschappelijk functioneren dicteert.
Rond 2040 zal AI-technologie banen overnemen waar de mens zich nu nog veilig waant
Carlo van de Weijer bood op de CHRO Day van 18 november een inkijkje in deze digitale toekomst. Centraal stond de vraag hoe werkend Nederland zich kan voorbereiden op de futuristische mogelijkheden. Van de Weijer is general manager van het Eindhoven AI Systems Institute, een onderdeel van de Eindhoven University of Technology.
Nu is het nog de vraag welke plaats technologie inneemt naast de mens, legde Van de Weijer uit. Maar over twintig jaar is de vraag welke plaats er is voor de mens naast de technologie. Nu al beïnvloedt technologische disruptie elk bedrijf, elke branche, onze samenleving en ons persoonlijke leven, stelt De Weijer.
“De ontwikkeling van AI stopt niet op het niveau van de menselijke intelligentie”, hield Van de Weijer de aanwezige CHRO’s voor. “De komende jaren evenaart de technologie het vernuft van het menselijk brein. Rond 2040 zal die het menselijk vermogen zelfs overtreffen. Dan zal de technologie banen overnemen waar de mens zich nu nog veilig acht. Bewustzijn, ziel of karakter zal ons niet helpen om kunstmatige superintelligentie voor te blijven.”
Exit menselijke chauffeur
Zover is het nog niet, want de technologie is nu vooral handig om taken over te nemen die overwegend repeterend zijn, met een vaste set variabelen. De zelfrijdende auto is daar een voorbeeld van, liet Van de Weijer zien. Nog even en de menselijke chauffeur is exit. De technologie presteert uiteindelijk beter dan de mens.
Op korte termijn zijn ook iets complexere taken uitstekend te digitaliseren, zoals het diagnosticeren van kanker of het geven van financieel advies. De technologie kenmerkt zich door volledige naleving van duidelijke regels bij goed afgebakende omstandigheden. Zo ontstaat de perfecte organisatie van het werk dat tot maximaal resultaat leidt, met minimale schade en kosten.
Zo schetste Van de Weijer het beeld van de steeds machtiger wordende technologie waar de mens niets meer in de melk heeft te brokkelen. Het zijn de technologen zelf die de alarmklok luiden over deze voortschrijdende technologisering. Zo zei de vermaarde wis- en natuurkundige Stephen Hawkins dat AI kan leiden tot de ondergang van de mens. Elon Musk stelde dat AI een gevaarlijker is dan atoomwapens.
Technologie niet feilloos
Maar Van de Weijer bracht ook hoopvol nieuws, want zelfs de meest geavanceerde technologie is niet feilloos. Ter illustratie toonde hij een filmpje van een druk kruispunt in de Amsterdamse binnenstad. Een auto op de gracht wil een weg oversteken met alleen wandelaars en fietsers. Die hebben voorrang, dus de auto wacht. Maar niet al te lang, want de stroom fietsers en voetgangers blijft maar komen. Volgt de automobilist de regels, dan staat hij daar de rest van de dag.
Dus trekt het voertuig op zodra er even iets van ruimte ontstaat in de verkeersstroom, net groot genoeg om de motorkap in de verkeersstroom te drukken zonder brokken, maar niet genoeg voor een veilige oversteek. Fietsers en wandelaars passen zich aan en gaan om de langzaam optrekkende auto heen, houden even in of duiken er achterlangs. Binnen een minuut is de auto overgestoken, iedereen heeft zich aangepast. De verkeersregels zijn genegeerd, maar als ze waren opgevolgd zou dat leiden tot ontwrichting van het verkeer.
“De ongeconditioneerde realiteit presteert vaak beter dan de geconditioneerde realiteit”, hield De Weijer zijn gehoor voor. “Deze realiteit functioneert vooral omdat mensen buiten de lijntjes kleuren. Dat geldt ook voor innovatieve bedrijven en uiteindelijk voor de samenleving als geheel.”
Essentiële problemen voor AI
Zelfs de meest vernuftige technologie heeft tekortkomingen, zo liet Van de Weijer zien. “Er zijn vier essentiële problemen voor AI”, aldus Van de Weijer. “De AI is nog niet intelligent genoeg, waardoor het vermogen ervan stelselmatig wordt overschat.” In de tweede plaats oriënteert de AI zich soms op foute, onduidelijke of onlogische informatie.
Van de Weijer noemt het voorbeeld van een druk, nachtelijk stadsbeeld, waar een wirwar van rode achterlichten soms niet te onderscheiden is van de rode stoplichten. Er zijn zelfrijdende auto’s verongelukt omdat ze bij wegwerkzaamheden niet het verschil zagen van strepen op het asfalt en de belijning van de weg.
“Dan is er nog de omgekeerde causaliteit”, vervolgde Van de Weijer. “Zo is een woning vaak een ravage als de brandweer een binnenbrand heeft geblust. AI kan daaruit de conclusie trekken om bij brand niet de brandweer in te schakelen, omdat die er een puinhoop van maakt.” De laatste kwetsbaarheid is de bias, een systemische vooringenomenheid in de technologie die leidt tot onzuivere resultaten.
Met de juiste inzet kan AI de mens juist helpen om zijn weg te vinden in het digitale tijdperk
Ook technologie hoort onderhevig te zijn aan basisregels, zo betoogde Van de Weijer, met name waar deze voor robots wordt ingezet. De basisregel is dat de robot nooit schade veroorzaakt aan de mens.
Met de juiste inzet kan AI de mens juist helpen om zijn weg te vinden in het digitale tijdperk. Zoals het bedrijf Cornerstone, dat werknemers helpt om vaardigheden te ontwikkelen waar de arbeidsmarkt naar vraagt en die recht doen aan hun eigen voorkeuren.
Cornerstone gebruikt AI om voor elke medewerker een gepersonaliseerde digitale leeromgeving te maken, gevoed door een database van meer dan tienduizend unieke vaardigheden en gepersonaliseerde informatie uit een breed scala van bronnen.
Digitale universiteit
Zo krijg elke medewerker zijn eigen digitale universiteit waar een mix van informatie kennis, inzicht en ervaring beschikbaar is, gebaseerd op ieders voorkeur en mogelijkheden. Hiermee krijgen ze de kans om zich op hun eigen niveau mee te ontwikkelen met veranderende eisen en kansen.
Of een toekomst met AI een bedreiging is of juist een kans heeft de mens in eigen hand, zo besluit Van de Weijer. Hij besluit met een citaat van de Amerikaanse schrijver Sydney Harris: “Het grootste gevaar is niet dat computers gaan denken als mensen, maar dat mensen gaan denken als computers.”