Loonkosten schieten mogelijk met 20% omhoog door stijging pensioenpremie

Werkgevers met een verzekerde pensioenregeling op basis van middelloon of eindloon worden bij contractsverlenging geconfronteerd met een stijging van 10 tot 20 procent van de loonkosten. Dat komt door de verlaging van de rente naar 0 procent door De Europese Centrale Bank. Hierdoor zullen pensioenpremies mogelijk verdubbelen. Daarvoor waarschuwt adviesbureau Mercer.

Voor een gemiddelde werkgever vormt de pensioenregeling zo’n 20 procent van de loonkosten. Door de verlaging van de kapitaalmarktrente zullen de pensioenpremies met maar liefst 50 tot 100 procent stijgen. In extreme gevallen is te verwachten dat de stijging van de pensioenpremie zelfs meer dan 150 procent bedraagt. Mercer voorziet dat voor veel werkgevers de pensioenpremie zal stijgen naar 30 tot 40 procent van de loonkosten.
Verlengen pensioencontract wordt een schok
De ECB heeft de rente verlaagd zodat er goedkopere leningen verstrekt kunnen worden en hiermee de economie weer op gang gebracht kan worden. Als Europese banken goedkoper geld kunnen lenen, komt er meer geld in omloop en daardoor stijgen de prijzen van producten en diensten.
 
Voor pensioenfondsen en –verzekeraars is dat echter slecht nieuws. De kapitaalmarktrente is namelijk een zware component in de prijssetting. Bij de hoge rente is de premie laag en bij een lage rente is de premie hoog. Rob de Groot, senior consultant bij Mercer: ‘Neem een bedrijf dat vijf jaar geleden een pensioencontract heeft afgesloten tegen hoge kapitaalrente. Dit bedrijf heeft nu in verhouding lage premietarieven. Binnenkort wordt de directie geconfronteerd met contractverlenging en wordt opnieuw een prijs voor de volgende contractperiode vastgesteld. Dat zal nu gebeuren op basis van 0 procent rente. Voor verzekeraars die een garantietarief afgeven van 2,5 procent, geldt dat ze die rentegarantie moeten gaan inkopen. De werkgever draait op voor die kosten. Bij verlenging van de contracten zullen de premies de pan uitrijzen en dat brengt een enorme schok teweeg’..
 
Een ander effect van deze lage rentestand is dat er geen rendement wordt gemaakt op beleggingen en daardoor is er minder tot geen funding voor de indexatie van pensioenafspraken.
 
Het pensioencontract verlengen of niet?
De meeste pensioencontracten hebben een duur van vijf jaar, maar volgens Mercer doen werkgevers er verstandig aan om zich ruim voordat het contract afloopt gronding te oriënteren op de kostenontwikkeling. De Groot: ‘Werkgevers moeten zich afvragen: kunnen wij het ons permitteren om de bestaande pensioenregeling te continueren of niet? In de meeste gevallen zal de conclusie zijn dat bedrijven deze lastenverhoging niet kunnen dragen en moeten zij een alternatief verkennen. Uiteindelijk gaat elke werkgever uit van het gewenste budget dat deze wil uitgeven aan een pensioenregeling. Dat zal tussen de 20 en 25 procent van de loonsom zijn. Op grond van dat uitgangspunt moeten alle stakeholders samen een nieuwe pensioenregeling ontwerpen én wellicht een nieuwe pensioenuitvoerder zoeken. Dit analyseproces vraagt om tijd en een zorgvuldige benadering. Kijk in alle rust naar alternatieven om voorbereid te zijn op een overstap en realiseer dat het soms ook mogelijk is om tijdens de looptijd van het contract de pensioenregeling te wijzigen.’
 
Marktaanbod van middelloon- en eindloonregelingen krimpt
Een bijkomend probleem voor werkgevers is dat het marktaanbod van middelloon- en eindloonregelingen steeds beperkter wordt. Dat komt omdat verzekeraars te maken hebben met Solvency ll (strengere eisen ten aanzien van kapitaalbeslag). Verzekeraars zijn hierdoor niet happig meer op garantieregelingen en zullen deze doorgaans alleen nog maar aanbieden tegen een prijsstelling waarop ze goede marges maken. ‘Er is weinig concurrentie op de markt waar het gaat om middelloon- en eindloonregelingen. Dat zorgt ervoor dat er geen prijsdruk kan ontstaan. Het aantal aanbieders wordt steeds kleiner met als gevolg dat de voorwaarden waaronder dit soort regelingen worden aangeboden, steeds strikter worden’, aldus De Groot.