Medewerker megabedrijf mist autonomie
Slechts 34 procent van de medewerkers bij grote bedrijven (> 5000 medewerkers) vindt dat hij of zij voldoende vrijheid heeft om zelf beslissingen te nemen over de inhoud en planning van het werk. Bij organisaties met minder dan honderd medewerkers is dat cijfer meer dan twee keer zo hoog: 79 procent. Dat blijkt uit onderzoek van Effectory onder ruim 23.000 medewerkers wereldwijd.
Auteur: Guido Heezen is oprichter/directeur van Effectory
Autonomie is belangrijk. Autonome medewerkers hebben het gevoel dat hun bijdrage er toe doet. Ze voelen zich meer verantwoordelijk voor het resultaat van hun werk. Zulke medewerkers wil je.
Maar als je HRM-directeur bent van een megabedrijf, wat dan? Hoe geef je elk van die duizenden medewerkers het gevoel dat ze belangrijk zijn? Je kunt geen ijzer met handen breken.
Neerleggen bij de realiteit?
Stel, je bent een bank en wilt een getalenteerde hypotheekadviseur behouden. Dan kun je die persoon verantwoordelijk maken voor een belangrijk klantensegment. Je geeft zo duidelijk aan dat je de medewerker waardeert. Maar als klanten afknappen op de site, kan diezelfde adviseur alsnog gefrustreerd raken.
In zijn eentje kan hij de afdelingsmuur tussen de business en ICT niet afbreken. Hij heeft veel geduld en diplomatie nodig, maar zelfs dan is succes niet gegarandeerd. Als hij niet leert zich neer te leggen bij de realiteit van een grote organisatie, kan hij beter op zoek gaan naar een nieuwe baan.
Zo krijgt elke organisatie de medewerkers die bij hen past. Is dat erg? Op zich niet. Want gelukkig is autonomie niet de enige voorspeller van betrokkenheid en bevlogenheid. Ook al zijn medewerkers van kleine bedrijven meer autonoom, dat maakt ze niet opvallend extra bevlogen en betrokken. Op dat gebied verschillen de cijfers tussen grote en kleine bedrijven niet veel.
Weg met het micromanagement
Als grote organisatie kun je overigens wel degelijk je best doen om een werkklimaat te voeden waarin medewerkers meer vrijheid ervaren. Ga de strijd aan met het micromanagement. Schrap overbodige regels en protocollen. Snoei overbodige managementlagen alsnog weg. Want dat zien we in elk van onze onderzoeken terug komen: hoe minder regels en hoe minder managers, hoe blijer en ondernemender medewerkers zijn.
Stuur daarnaast zoveel mogelijk op resultaat. Trek je handen af van werkprocessen die zonder jou ook prima lopen. Zie het potentieel in mensen. Geef ze vrijheid waar het kan. Stimuleer de samenwerking tussen disciplines met afdeling overschrijdende projecten.
Mentale afhakers door stroperigheid
Hoe scoren de verschillende branches op autonomie? Om te beginnen scoort de IT-branche erg hoog op het gebied van autonomie, met ruim 75% van de medewerkers die autonomie ervaart. Hierna volgen industriële organisaties (exact 75%), importorganisaties (71%), energiebedrijven (69%) en onderzoeksinstellingen (67%).
Toch zijn er ook sectoren die moeten oppassen in de huidige krappe arbeidsmarkt. Neem de zelfstandige bestuursorganen. Zij scoren in ons onderzoek bijzonder slecht, met een percentage autonome medewerkers van 32,7 procent. Helaas komt dat lage percentage ook tot uiting in de betrokkenheids- en bevlogenheidscijfers van de semi-overheid.
Lees ook: 6 cruciale basisbehoeften van talent
Juist gedreven en vernieuwende medewerkers zijn daardoor geneigd te vertrekken. Zij lijden niet alleen onder de stroperigheid van hun organisatie, maar ook onder dat deel van hun collega’s dat mentaal al is afgehaakt, maar niet wordt aangespoord opnieuw in beweging te komen. Aan dat fenomeen moeten zelfstandige bestuursorganen meer aandacht besteden. Anders zal het voor hen steeds lastiger worden om nieuw talent aan te trekken en te behouden.