Loonkostenvoordeel: 6 nieuwe mogelijkheden
Ruim 36 procent van de Nederlandse werkgevers weet niet voor welke sociale verzekeringsregelingen (SV-regelingen) hun personeel in aanmerking komt, blijkt uit het SV- regelingenonderzoek van Willis Towers Watson. Bovendien ontdekt bijna de helft (46%) pas achteraf dat ze bepaalde regelingen hebben gemist.
Ook voor 2017 is een aantal belangrijke wetswijzigingen doorgevoerd, dus een nieuwe kans op tegemoetkomingen voor de werkgever. Willis Towers Watson noemt de belangrijkste veranderingen per 1 januari 2017 en hoe ze financieel gezien relevant zijn voor de organisatie, danwel haar personeel.
1. Lage-inkomensvoordeel (LIV)
Werkgevers kunnen vanaf 1 januari 2017 profiteren van het lage-inkomensvoordeel. Dit betekent dat zij in aanmerking komen voor een verlaging van de loonkosten voor werknemers die tussen de 100 en 125 procent van het minimumloon verdienen en jaarlijks minimaal 1.248 uur werkzaam zijn. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om bijvoorbeeld langdurig werklozen of mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. Het loonkostenvoordeel kan oplopen tot 2.000 euro per werknemer per jaar.
2. No-risk tijdelijk voor oudere langdurige werkloze naar 56 jaar
De leeftijd van de no-riskpolis gaat tijdelijk omlaag naar 56 jaar. Voorheen moest de werknemer geboren zijn voor 8 juli 1954. Het doel van deze wijziging is om de kansen van vijftigplussers te vergroten en hun positie op de arbeidsmarkt te versterken. De no-riskpolis is een regeling die geldt als de werkgever een arbeidsgehandicapte werknemer in dienst neemt. Werkgevers hoeven geen loon door te betalen bij ziekte van de werknemer. De regeling is bedoeld voor mensen die beschut werk verrichten op grond van de participatiewet.
3. No-risk voor onbepaalde tijd geldig
Werkgevers die een arbeidsgehandicapte in dienst nemen, kunnen van de gemeente een no-risk polis krijgen. De no-riskpolis wordt per 1 januari 2017 voor onbepaalde tijd geldig, voorheen was dit vijf jaar. Met een no-riskpolis hoeft de werkgever geen loon door te betalen bij ziekte van een arbeidsgehandicapte werknemer.
4. No-risk vervroegd inzet ziektewet
Ter stimulering ‘vangnetters’ in dienst te nemen is er met ingang van 1 januari de mogelijkheid om met terugwerkende kracht aanspraak te maken op ziekengeld op basis van de no-risk polis. De regeling is van toepassing op de zogenaamde ‘vangnetters’, waaronder 35-minners, die in dienst worden genomen en voor minimaal 52 weken aansluitend arbeidsongeschikt raken in de eerste 5 jaar van het dienstverband. De regeling betreft een experiment en is geldig tot 1 januari 2022.
5. Wet verbetering hybride markt WGA
Grote en middelgrote werkgevers die voorheen terugtraden naar het publieke verzekeringsstelsel voor de WGA betaalden ten minste vier jaar een minimum premie. Vanaf 1 januari 2017 betalen deze werkgevers een premie gerelateerd aan de eigen historische WGA lasten (Privaat en Publiek). Werkgevers die reeds voor 1 juli 2015 zijn teruggetreden van Privaat naar Publiek, vallen nog onder de oude regeling.
6. Sanctie mogelijk voor eigen risicodragende werkgever ziektewet
Wanneer een medewerker, in dienst, en WIA-aanvraag te laat indient loopt de werkgever het risico op een loondoorbetaling van maximaal 104 weken. Wanneer een ex-medewerker vanuit de Ziektewet een WIA aanvraag te laat indiende, zaten daar tot nu toe geen gevolgen aan voor de eigenrisicodrager Ziektewet. Met de aanpassingen per 1 januari is hier verandering in gekomen. Ook de eigenrisicodrager Ziektewet loopt nu het risico op een verlenging van de loondoorbetaling wanneer de medewerker de WIA aanvraag te laat inzet.
Op tijd signaleren is cruciaal
“Om de kennis over sociale verzekeringen onder werkgevers te vergroten is allereerst inzicht in de werknemerspopulatie nodig, vervolgens kunnen werkgevers achterhalen welke subgroepen voor welke regelingen in aanmerking komen. De volgende stap is het op tijd signaleren van de rechten op een sociale verzekering,” aldus Erna Meijer, Head of Health Consulting bij Willis Towers Watson.
Het op tijd signaleren blijkt echter voor veel organisaties nog moeilijk te zijn. Bijna de helft (46%) van hen controleert pas achteraf of er bepaalde regelingen zijn ‘gemist’ en zijn dan te laat om te anticiperen op wat komen gaat. De consultant spoort ook werknemers aan zich te informeren over de bestaande en aankomende regelingen. “Voor onze klanten vragen wij de status volgens wet- en regelgeving regelmatig uit, maar voor werknemers is het ook aan te raden zelf actief veranderingen te monitoren om geen enkele tegemoetkoming mis te lopen. Dat kan bijvoorbeeld via het UWV en de website van de Overheid. Zij publiceren met enige regelmaat een actueel overzicht”, vervolgt Meijer.