Werknemers wonnen aan koopkracht in 2015
De algemene stijging van de koopkracht was vorig jaar beperkter dan in 2014, toen een plus van 1,8 procent werd gerealiseerd. Die verbetering volgde op vier jaar van onafgebroken krimp.
In doorsnee boekten werknemers vorig jaar de sterkste vooruitgang, met een toename van 2,5 procent. Die was te danken aan hogere cao-lonen en het herstel op de arbeidsmarkt. Ondanks die gemiddelde toename zijn de verschillen tussen werkenden in loondienst echter groot. Zo zag ruim een derde van de werknemers hun koopkracht juist slinken.
Bij zelfstandigen werd een gemiddelde toename van 0,6 procent gemeten. Hier waren de verschillen nog groter. Een kwart ging er minstens 11 procent op achteruit, terwijl bij een even grote groep een verbetering van 14 procent of meer werd gemeten.
De koopkracht van gepensioneerden zakte in doorsnee met 0,1 procent. Dit kwam vooral doordat veel aanvullende pensioenen niet aan de stijging van het prijspeil werden aangepast, of in sommige gevallen zelfs werden gekort.
De koopkracht van gepensioneerden was vorig jaar even hoog als in 2000. Over het algemeen staan de 65-plussers er desondanks veel beter voor dan vijftien jaar geleden. Gecorrigeerd voor inflatie lag het gemiddelde inkomen van pensioenontvangers vorig jaar 9 procent hoger dan in 2000. Dit komt doordat meer vrouwen pensioen hebben opgebouwd dan in voorgaande generaties. Daarnaast zijn recent gepensioneerden hoger opgeleid, waardoor ze een ruimer pensioen hebben opgebouwd.